Naar aanleiding van het Trendonderzoek IC vroegen Cindy Lammers en Bas van Glabbeek voor vakblad Communicatie een gelegenheidspanel van vier IC'ers te reageren op een vijftal stellingen over interne communicatie anno 2013:
Serva Dollenkamp, senior communicatie-adviseur bij Achmea;
Anke Feyaerts, head of internal communications voor België en Nederland bij Ernst & Young;
Petra IJzelendoorn, senior adviseur interne communicatie bij Enexis;
Eric Smilde, communicatiemanager/partner bij Involve.
1. Het coachen van leidinggevenden vind ik een belangrijk onderdeel van mijn rol, maar de organisatie is daar nog niet aan toe.
Serva Dollenkamp: "Eens. Coachen is een belangrijk onderdeel van mijn rol. En de interactie maakt mijn rol ook leuk. Je zit op de grens van P&O en organisatievraagstukken mooie uitdagingen. Bij Achmea zijn we daar zeker ook aan toe. Waar ik wel tegenaan loop is dat het vaak niet de eerste vraag is die leidinggevenden stellen; ze benaderen ons meestal om de middelen. Maar als ik doorvraag en -praat over hun communicatievraagstuk kan ik ze verrassen door mee te denken over hun rol en hoe wij als communicatiecollega's daarin kunnen helpen."
Anke Feyaerts: "Eens. Coachen van leiding-gevenden is een belangrijk onderdeel, zo niet het belangrijkste onderdeel van mijn rol. Maar je kunt niet zomaar beginnen te coachen. Het start bij bewustwording creëren over de rol van de leidinggevende, dat dit best veel communicatie bevat en dat die communicatie niet alleen door de communicatieafdeling wordt gedaan. Dat IC helpt en adviseert over de beste manier om te communiceren en laat dat nu toevallig ook via de leidinggevende zijn. Uiteraard vergt dit een open relatie van vertrouwen met de leidinggevende. Hoe je managet bepaalt hoe je communiceert, maar communicatie bepaalt niet hoe je managet."
Petra IJzelendoorn: "Oneens. Coachen is zeker een onderdeel van mijn rol. Maar de rol van de IC-professional gaat over veel meer. Bovendien vind ik het niet relevant of de organisatie eraan toe is. Er zijn altijd mensen in je organisatie te vinden die wel gecoacht willen worden op hun communicatieve gedrag. Begin met hen, geniet van kleine successen en laat zo je toegevoegde waarde als IC-professional zien."
Eric Smilde: "Eens. Voor mij is de mens het meest impactvolle ‘communicatiemiddel' in organisaties. Vanzelfsprekend is coaching om mensen communicatiever te maken dan een belangrijk deel van mijn rol."
2. Managers laten zich niet sturen op hun gedrag door de IC-prof.
Serva Dollenkamp: "Oneens. Dat verschilt per manager. Ik merk vooral in veranderingsprocessen waar leidinggevenden in een veranderrol zitten dat ze zich zeker openstellen. Die is ook vaak pittig omdat hun eigen toekomst eveneens onzeker is. Daar werken we als communicatie dan ook nauw samen met P&O om leidinggevenden in hun veranderen communicatorrol te helpen."
Anke Feyaerts: "Oneens. Feedback ontvangen en accepteren: ja. Laten sturen: work in progress."
Petra IJzelendoorn: "Eens. In mijn ervaring staan managers zeker open voor feedback op hun communicatieve rol en vaardigheden. Ook als die van een IC-professional komt. Maar sturen is wat mij betreft te sterk aangezet. Ontwikkeling gaat niet over sturen, maar over het gesprek voeren over wat je bij de ander ziet en hoe je dat ervaart."
Eric Smilde: "Eens. Vaak is dat zo. Misschien wel omdat we ons veel meer moeten bezighouden met de belevingswereld van deze managers hun doelen, prioriteiten, de waan van de dag. De inhoud van hún werk snappen, daar gaat het om, en zo dus eerst een echte gesprekspartner zijn."
3. Iedereen communiceert. Dus de IC-afdeling moet ook iedereen ondersteunen in die rol.
Serva Dollenkamp: "Eens. Feitelijk wel, maar dat verschilt in intensiteit omdat we het niet redden om iedereen te helpen. Leidinggevenden en projectleiders hebben nu onze prioriteit, we ondersteunen hen met training, tools en coaching. Voor medewerkers zit het vooral nog op tools. Wel gaan we dit jaar aan de slag om medewerkers die opvallen als ‘verteller van het Achmea-verhaal' extra bewust te maken van hun talent op dit vlak. Zij zijn nu communicatoren die op een natuurlijke manier de Achmea-visie en -strategie uitdragen. We kijken hoe we ze kunnen helpen om dit nog beter te doen."
Anke Feyaerts: "Oneens. Natuurlijk communiceert iedereen en in een ideale wereld zouden we iedereen hierin willen ondersteunen. Dit is helaas niet mogelijk, dus moeten we keuzes maken. Wie zijn onze keyplayers? Waar ligt de grootste impact? De communicatieafdeling richt zich op deze spelers en de rest van de organisatie kunnen we in samenwerking met HR voorzien van trainingen en toolkits."
Petra IJzelendoorn: "Oneens. Je maakt als IC-afdeling continu keuzes, afhankelijk van capaciteit, impact, et cetera. Iedereen ondersteunen gaat niet. Het gaat in mijn ogen om het communicatiever maken van belangrijke spelers in de organisatie. Op hen richt je je primair."
Eric Smilde: "Eens. Maar de IC-afdeling moet ook het initiatief nemen om die vaak impliciete en onuitgesproken rollen en verwachtingen in communicatie eerst boven tafel te krijgen. Anders gaat het nog niet werken."
4. We zitten met de IC-afdeling op een plek waar we het verschil kunnen maken.
Serva Dollenkamp: "Neutraal. Volgens mij maakt de plek waar je zit niet uit. Het gaat om de relatie die je hebt met leidinggevenden en directeuren. En of je een goed bondgenootschap vormt met P&O, Strategie en IT op de thema's waar we het verschil kunnen maken."
Anke Feyaerts: "Eens. Het succes van de ICafdeling is grotendeels afhankelijk van de positie van de afdeling: dicht bij het bestuur en de beleidsmakers, waar de communicatie start. Tegelijkertijd mogen we het contact met de organisatie niet verliezen, dus hoe je netwerk er vervolgens uitziet en werkt is bepalend of je met je communicatie echt de mensen weet te raken."
Petra IJzelendoorn: "Eens. Of je het verschil kunt maken is in mijn ogen niet afhankelijk van waar je als IC-afdeling bent opgehangen in de organisatie. Het gaat erom of je er als ICprofessional in slaagt een gesprekspartner te zijn voor managers en directeuren. Of je weet waar je gesprekspartner van wakker ligt en of je daarop kunt inspelen."
Eric Smilde: "Eens. Precies tussen de belevingswereld van bestuur en medewerkers in. Kijken met die verschillende brillen, snappen wat je ziet en dat teruggeven aan de organisatie heeft toegevoegde waarde en maakt verschil."
5. Yammer effectief? Daar heb ik mijn twijfels over.
Serva Dollenkamp: "Oneens. Dat zou ik aan de medewerkers moeten vragen die het wel gebruiken. Ik heb daar niet direct inzicht in. Je ziet bij Achmea dat sommige ketens en groepen collega's heel actief zijn op Yammer."
Anke Feyaerts: "Eens. Niet het middel maar of het helder is wat je wilt bereiken, is bepalend voor je effectiviteit."
Petra IJzelendoorn: "Eens. Ik geloof in de toegevoegde waarde van interne social media voor kennisdeling en samenwerking. Je kunt hierdoor kennis en talenten in je organisatie aanboren en ontsluiten. Yammer kan soms wel en soms niet effectief zijn, afhankelijk van de organisatie. En er zijn meer opties dan Yammer!"
Eric Smilde: "Oneens. Yammer kan wel degelijk de samenwerking verbeteren en biedt als intern sociaal netwerk vaak een goede aanvulling op intranet. Het hangt er natuurlijk wel van af wat je ermee wilt bereiken. Heb je dat niet scherp, dan wordt Yammer al snel Jammer!"
Dit artikel is eerder in iets andere vorm gepubliceerd in Communicatie, juli/augustus 2013, p. 36-39.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!