Say Yes to No: van brood én chips naar broodchips

De hartige snack moet het nieuwe gezonde tussendoortje worden, ter vervanging van minder verantwoorde snacks zoals aardappelchips.

Van der Meulen schreef zich in voor AIA15 onder de naam Say Yes to No. Een logische stap, zo stelt Johan Bruinsma (foto). Volgens hem bezit dit tussendoortje de potentie om een prijs in de wacht te slepen. Johan werkt als commercieel directeur bij Van der Meulen, het familiebedrijf sinds 1910 uit het Friese Hallum. Na de vertrouwde beschuitjes en  toastjes zet de bakker de gedurfde stap naar broodchips.

Speciaal productieproces
Say Yes to No kan  snel doorpakken; dankzij een lening van acht ton en een provinciale subsidie van twee ton uit het investeringsprogramma Wurkje foar Fryslân heeft het innovatietraject een extra boost gekregen. Van der Meulen heeft het productieproces van de broodchips zelf bedacht en ingericht. Johan: “Niemand produceert nog zoals wij. Ik durf gerust te stellen dat we gemiddeld twee jaar voorlopen op onze concurrentie. Het is vooral de smaakpresentatie waarop we afwijken. Bij reguliere snacks zoals aardappelchips zit de smaak aan de buitenkant, bij broodchips zit het door al het deeg heen. Op dat gegeven springt ons productieproces in – meer mag ik daar niet over kwijt. Behalve dan dat we best wel trots zijn op de ontwikkelingen die we doormaken.”

Einde aan valse marketingbeloftes?
Achter de naam van het concept gaat een filosofie schuil. Van der Meulen wil met het nieuwe product een einde maken aan valse marketingbeloftes over snacks en zogenaamde gezonde tussendoortjes. Broodchips van Van der Meulen bestaan dan ook uit echte producten. Johan: “We gebruiken zo min mogelijk E-nummers en de nummers die nodig zijn, bijvoorbeeld om het deeg te laten rijzen, zijn gemaakt van natuurlijke ingrediënten.”

Vraatzucht door MSG
Zo ontbreekt in de broodchips het omstreden mononatriumglutamaat (MNG) ofwel E621. Johan: “Het is een smaaktoevoeging die ervoor zorgt dat je minder snel verzadigd raakt dan normaliter het geval zou zijn. E621 zit in vrijwel alle hartige snacks en maakt dat gezonde tussendoortjes daardoor vaak een illusie zijn. In ons product zit bewust geen E621, maar wel echte Goudse kaas en een uitje.”

Zak met papier
Ook de zak waarin de broodchips wordt verpakt past in het ‘bewuste plaatje’. De zak is van papier en alleen bedrukt met de smaak, informatieve feiten en de naam van het product. Johan: “Het lastige van papier is de houdbaarheid te garanderen, daar zijn we nog mee bezig. Tot die tijd is de binnenkant van de zak van folie.”

The Say Yes to Summer-tour
Uit naam van Van der Meulen zijn twee meiden, afkomstig uit Nederland en Portugal, een marketingtour begonnen om de broodchips aan de man te brengen. Tijdens hun rondgang bezoeken de dames zowel consumenten als lokale ondernemers om direct uitleg te geven over de eerlijke broodchips. Johan: “We willen vooral ondernemers bereiken die authentiek zijn. Dat is waarom ons product zo sterk is. Het moet enthousiasme opleveren en het geloof in Say Yes to No aanwakkeren. Als mensen dat delen werkt dat vele malen beter dan misleidende marketingtrucs.”

Broodchips in plaats van patatten
Johan noemt zijn product tot nu toe een succes. “Met name de Amerikanen zijn enthousiast. Dankzij de tour komen daar steeds meer nationaliteiten bij. Momenteel bevinden de dames zich in Antwerpen, waar de patatten ruimte moeten maken voor de aardappelvrije broodchips. Johan: “Hierin zijn we echt vernieuwend. De meeste hartige snacks zijn gemaakt van aardappel. Wij bieden een alternatief. Met succes zou ik wel willen stellen. Het succes van onze broodchips is grensoverschrijdend, zo wordt duidelijk uit de groei van onze afzetmarkt. En natuurlijk uit het aantal bezoekers van onze lokale feestjes. Met elke introductie van een nieuwe winkel die ons product gaat verkopen, geven wij een feestje voor de lokale consumenten. Zo ook in België.”

Op zoek naar kritiek
Johan: “Om ervoor te zorgen dat ons product zich blijft ontwikkelen, gaan wij bewust op zoek naar kritiek. Eens in de zoveel tijd laten we ons product testen op allerlei verschillende factoren, door minstens honderd consumenten. We doen dit nog steeds, ondanks het feit dat we al volop in de productiefase zitten.”

*) Dit is een artikel uit de serie voor de Accenture Innovation Awards en schreef ik in samenwerking met mijn collega Catherina van Duijn.