Ouders moeten hun kinderen geen alcohol meer aanbieden; de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol moet omhoog, de sluitingstijd van uitgaansgelegenheden naar beneden. Hef meer belasting op alcoholhoudende dranken en verbied de verkoop van populaire ’alcohol pops’ in de supermarkt, aldus de kenners. De regering geeft de voorkeur aan strengere handhaving van de wetgeving en aan preventie. Zo ontstond - als onderdeel van het sinds 1996 geïntroduceerde Alcohol Voorlichting en Preventie Project - de overheidscampagne 'Jongeren en alcoholgebruik' (2003) waarbij doelbewust de belevingswereld van de doelgroep centraal werd gesteld. Uit de eindrapportage blijkt echter dat de doelgroep zich nauwelijks aangesproken heeft gevoeld door de campagne. Meer campagnes en maatregelen volgen. Het resultaat blijft zeer beperkt: anno 2010 wordt er juist meer en op steeds jongere leeftijd gedronken.
Zolang alcohol jongeren de mogelijkheid biedt om zich binnen de eigen sociale groep ’cool’ te presenteren, zullen campagnes en maatregelen van bovenaf niet krachtig genoeg zijn om de trend te keren. Zelfs het platbranden van de zuipketen in Urk of het introduceren van De Nuchtere Fries-Toerbus verandert niets aan de lokroep van drank. Als de Breezer onder dwang uit de supermarktschappen verdwijnt, is een alternatief snel geïntroduceerd. Bijvoorbeeld: de Wodka Tampon. Deze absorbeert tot drie glazen wodka en vaginaal of anaal ingebracht wordt de alcohol direct in je bloed opgenomen. ‘Je wordt lekker snel dronken, hoeft achteraf niet te braken en je krijgt er geen buikje van.’ Effectief en beter voor de lijn dan een Breezer. Dát is wat jongeren bezighoudt.
Veel belangrijker dan bestrijding van de excessen, is de aanpak van de moraal. Die start bij de ouders (‘een biertje erbij voor de gezelligheid’, ‘eentje kan geen kwaad’) en daarom richt overheidsvoorlichting zich begrijpelijkerwijs óók op ouders. Als vervolgens ook aan alle andere randvoorwaarden als verkoopverbod, leeftijdsgrens verhoging ed. wordt voldaan heeft voorlichting veel meer kans van slagen. Maar voor het zo ver is zouden campagnemakers zich in elk geval meer moeten inspannen om de werkelijke drijfveren van jongeren te achterhalen als het gaat om hun alcoholconsumptie. Niet alleen ‘functioneel’ maar vooral ‘emotioneel’ en in de context van de eigen sociale groep. Op dat niveau moet je als voorlichter namelijk ingrijpen.
De groep zelf moet vervolgens het stokje overnemen om de interventie succesvol te maken. Want binnen de groep ligt de kracht om veranderingen te ondersteunen of te breken. Geen massamediale campagnes. Zelfs sterk gesegmenteerde zendingsdrang mist doel zonder steun van binnenuit. Je kunt souffleren, mensen op gedachten brengen, maar de werkelijke actie moet uit de groep zelf komen.
Denk aan BOB, de succesvolle onbeschonken bestuurder die zijn eigen vrienden veilig naar huis loodst. En zoek daar nu een tegenhanger bij die in zijn eigen vriendenclub waakt voor excessen. Die alcoholmisbruik durft te bespreken. Hij of zij, je Beste Vriend(in) die je bij de kraag vat voordat je dronken het kanaal in springt of je je te schande kotst in de tuin van de buurvrouw. Die de bar beklimt en zijn vrienden tot matiging oproept. Want hij kent de mores van de groep en weet wanneer en hoe invloed kan worden uitgeoefend. In tegenstelling tot de BOB, hoeft dit niet één persoon te zijn. Het is geen rol. Het is een mentaliteit. Als we erin slagen om alcoholgebruik werkelijk bespreekbaar te maken, dan hebben we de sleutel tot interventie te pakken. Laten we daar op inzetten. Of zijn er nog andere ideeën?
Hanneke de Bruin
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!