Met de persconferentie van dinsdagavond nog vers in ons geheugen, is het de komende weken en zelfs maanden nog afzien. Een verlengde lockdown en misschien zelfs een avondklok. De komende tijd werken we nog thuis. Vaak met kinderen, maar zijn die er niet, dan heb je wel last van luidruchtige buren, slechte WiFi of ellenlange videovergaderingen. We staren naar een scherm, tijdens dagen die allemaal op elkaar lijken en hebben weinig afleiding. Bedrijven vallen om, bureaus gaan failliet. Veel Nederlanders stevenen af op een burn-out of - erger nog - raken depressief.
In Nederland kampten in 2019 1,3 miljoen werknemers met burn-outklachten. De kosten van werkstress gerelateerd verzuim zijn opgelopen tot 3,1 miljard euro per jaar (2018), bleek uit de factsheet ‘Werkstress’ die TNO destijds publiceerde. Exacte cijfers over (extra) uitval tijdens de pandemie moeten nog volgen, maar Theo Immers, voorzitter van het Nationaal Centrum Preventie Stress en Burn-out (NCPSB), waarschuwde vorig jaar dat voor ruim vier miljoen werkende Nederlanders uitval dreigt. ‘Hele bedrijfstakken dreigen stil te vallen.'
Thuiswerksituatie en baanonzekerheid
Immers baseerde zijn waarschuwing op een testonderzoek onder 427 werkenden die mbo, hbo of universiteit hebben gedaan. Volgens het NCPSB heeft de gebruikte testmethode een belangrijke voorspellende waarde. Die registreert namelijk niet alleen de reeds waarneembare symptomen van een burn-out; ook de indicatoren die wijzen op een aankomende burn-out worden gemeten en in de onderzoeksresultaten meegenomen. Volgens het onderzoek zijn er twee belangrijke oorzaken voor het ontstaan van de huidige stresscrisis onder werkenden. Dat zijn de thuiswerksituatie en baanonzekerheid.
Verkeerde kant
Vincent Mispelblom Beyer is met Flexfirm al jaren actief als headhunter voor reclamebureaus en communicatieafdelingen van adverteerders. Daarnaast werkt hij als depressie- en burn-outcoach. Dat isolatie, quarantaine en social distancing voor de meeste mensen niet goed is, staat volgens hem buiten kijf. 'We gedijen op persoonlijk contact en aanrakingen, hoe klein of kort ook’, zegt Mispelblom Beyer. 'Die behoefte is essentieel, dat is niet te onderschatten. Daar zijn we op gebouwd, dat zit in onze genen, dat is onze natuur, we hebben dat nodig. Deze tijd, waarin we allemaal thuiswerken, is heel onpersoonlijk.'
Mispelblom Beyer heeft het inmiddels drukker met zijn werk als burn-outcoach dan met zijn werk als headhunter. 'Headhunting neemt af. Veel bureaus hebben aardig wat mensen laten gaan, dus veel mensen ervaren in deze tijd stress of kampen met een burn-out.'
Harde cijfers over hoeveel mensen er door de pandemie een burn-out hebben gekregen of depressief zijn geworden ontbreken. Ook Mispelblom Beyer vindt het moeilijk om onomwonden te stellen dat het aantal gevallen gestegen is, al lijken de huidige omstandigheden een voedingsbodem voor mentale problematiek, zegt hij. 'We ervaren aanzienlijk meer stress en minder werkplezier. Het is dus aannemelijk dat we de verkeerde kant op gaan. Want als je meer belast wordt dan je kunt ontspannen dan ben je goed op weg om een burn-out te kweken. En dat geldt het afgelopen jaar voor de meesten van ons.'
Veroorloven
Uit onderzoek van Amsterdam UMC bleek onlangs dat er sinds de lockdowns niet meer anti-depressie medicatie wordt uitgeschreven. 'Een grappige noot daarbij is dat veel mensen die in een depressie zitten, zich nu eigenlijk beter voelen: want iedereen moet ineens binnen blijven. Die hebben ineens een stuk meer lotgenoten. All-in all is er een absoluut toename van werkstress en een afname van plezier. En dat het aantal burn-outs nog niet in harde cijfers is uitgedrukt, is geen reden om het minder serieus te nemen. We kunnen het ons ook niet veroorloven om te wachten op de cijfers. Je moet preventief te werk gaan.'
In sommige beroepsgroepen, zoals vanzelfsprekend de zorg, is er meer uitval. Volgens Mispelblom Beyer heeft ook zijn beroepsgroep het zwaar: de reclamewereld. 'Je grenzen aangeven is lastig, zeker in die branche. We gaan als vanzelfsprekend gewoon door totdat het goed is, daar zeur je niet over - desnoods tot 5 uur 's ochtends. Waar ze in veel bedrijven zeggen, 'Jongens, het is half zes, we stoppen ermee', kan de reclamebranche zich dat niet permitteren. Pitches kunnen niet verloren worden.' Ook de angst om je baan te verliezen, speelt een grote rol, zegt hij. ‘Dan werk je dus maar even door. Dat is heel begrijpelijk, maar draagt uiteindelijk ook bij aan het krijgen van een burn-out. En als je nu wordt ontslagen, dan weet je dat er heel veel mensen in dezelfde vijver vissen.'
Stoelendans
Reclame heeft het al een hele tijd moeilijk, zegt hij. 'Met iedere crisis worden de advertentie-uitgaven als eerste teruggeschroefd. De voorjaarscampagne wordt een najaarscampagne. Er worden mensen ontslagen, je raakt een klant én goede mensen kwijt. De branche heeft dat de laatste tijd vaak gehad. Ik omschrijf het altijd als de stoelendans van de reclame. Alleen is er niet één stoel weggehaald, maar vier. En net op het moment dat we denken: we zijn op de weg terug, komt corona om de hoek kijken. Reclame was al erg kwetsbaar, nu komt dit er ook nog eens overheen. We hebben het hard te verduren, maar hebben daar geen patent op, we zullen lang niet de enige zijn.'
'We gaan als vanzelfsprekend gewoon door totdat het goed is, daar zeur je niet over - desnoods tot 5 uur 's ochtends.'
Gevoelskant
In de creatieve industrie vallen niet alleen harde klappen, creatieve mensen zijn bovendien gevoeliger voor burn-outs, stelt hij. 'Zij hebben vaak een sterker ontwikkelde gevoelskant. Als je puur met cijfers werkt is dat anders. Het gevoel is in de branche een belangrijk component, die tentakels staan wat fijnmaziger afgesteld. Tegelijkertijd staat daar wel tegenover dat creatieven gewend zijn om buiten hun bureau te werken. Ze gaan vaker even naar buiten, maar het park, het café - een kiezen bewust voor een verandering van omgeving om hun ideeën tot wasdom te laten komen. Die zijn wat dat betreft wat meer gepokt en gemazeld, meer flexibel als het gaat om het aanpassen van werkomgeving.'
Overcompensatie
Voor veel mensen is thuiswerken een vloek en een zegen. 'Je kan gek worden van de drukte van je kinderen en je werkende partner. Mijn kinderen zijn het huis uit, dat scheelt slok op een borrel. Ik kan werken wanneer ik wil en word niet onderbroken door huilende kinderen. Maar het is ook niet helemaal prettig om je werk zo dicht bij je te hebben. Sommige mensen slapen in de kamer waar ze ook werken, zijn nooit helemaal los van hun werk. Je moet kunnen unwinden, afstand nemen om het te laten gaan. Een andere valkuil is overcompensatie. Als je 8 uur op kantoor werkt, zitten er allemaal pauze-momenten tussen. Thuis heb je die niet. Dan ga je een kwartier de was ophangen, maar heb je vervolgens het gevoel dat je dat moet goedmaken met je baas en werk je een uurtje door. Dat is heel vermoeiend.'
'De branche heeft dat de laatste tijd vaak gehad. Ik omschrijf het altijd als de stoelendans van de reclame. Alleen is er niet één stoel weggehaald, maar vier.'
Taboe
Florien Vaessen viel negen jaar geleden 'van de ene op de andere dag om.' 'Ik kon letterlijk niet meer uit mijn bed komen, stond te klappertanden onder de douche.' Vaessen was destijds werkzaam als manager van de communicatieafdeling van Abn-Amro. Inmiddels is ze zelfstandige. Over haar burn-out schreef ze het boek 'Op de bank.' Vaessen: 'Ik was altijd de stoere en zeker de laatste die om zou vallen, dacht ik. Maar dat liep dus anders. Ik voelde me een zwakkeling en snapte niet dat ik het niet volhield en de anderen wel. 'Toen ik begon op te krabbelen, ben ik uit gaan zoeken hoe het nou zat met een burn-out en kwam ik erachter dat er heel veel mensen zijn die zich zo voelen. Ik was flabbergasted. Tien jaar geleden was dat nog een groter taboe dan nu. Een verschil met de crisis is bovendien dat iedereen in hetzelfde schuitje zit en zich meer bewust is van de gevaren van werkstress. Mensen zullen nu makkelijker zeggen: ik ben het zo zat.'
Balans
Vaessen heeft voor haar boek veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van een burn-out. 'De conclusie is eigenlijk in één zin samen te vatten: de balans tussen energiegevers en energienemers is duurzaam verstoord. En dat is niet iets wat zich heel snel opbouwt, dat kan jaren duren. Ik vergelijk het altijd met een mobiele telefoon die steeds verder leeggaat. Uiteindelijk gaat 'ie steeds sneller van groen naar rood en op een gegeven moment is het ineens zwart en dan is het op. Dan kun je gewoon helemaal niets meer.'
Wat die energiegevers en nemers zijn is voor iedereen verschillend. Uit onderzoeken blijkt dat de drie belangrijkste energiegevers zijn: autonomie, je werk zelf kunnen indelen, verbinding: je verbonden voelen met het bedrijf en je collega’s en de derde is competentie: heb ik alles nodig om mn werk goed te doen? Dat is vooral voor jonge mensen relevant. Veel jongeren denken dat ze in een nieuwe baan meteen geweldig moeten presteren.'
Met thuiswerken hebben mensen misschien meer tijd om hun werk zelf in te delen, staan ze minder in de file, maar zitten wel permanent achter hun laptop om te zoomen en te teamen. Die online meetings zijn nog twee keer zo intensief als gewone meetings. Lichaamstaal en oogcontact ontbreken. Ik hoor veel mensen dat ze hun collega’s en het praatje bij koffieautomaat missen. Gesprekken via Zoom zijn vaak louter functioneel en het missen van het gewone contact hakt er bij veel mensen in.'
Wat je volgens Vaessen vooral niet moet doen, is precies je kantoordag nabootsen. 'Het gaat om het vinden van nieuwe vormen. Van acht uur per dag achter een scherm zitten word je gek. We moeten niet te streng zijn voor onszelf, want als je niet uitkijkt wordt alles een grote brij: dan loopt zakelijk en privé in elkaar over.'
Bewust
Wat kan helpen is de voordelen van thuiswerken benutten, zegt Vaessen. 'Ga tussendoor even wandelen, laat de hond uit, ga naar buiten. Wees je bewust van hoe het gaat. Vraag jezelf af: waar krijg ik energie van en wat kost me energie? En praat ook met elkaar, vraag elkaar hoe het gaat. Wat ook heel goed kan zijn: relativeren. We zijn in ons vak geen hersenchirurgen. Stel jezelf de vraag: hoe erg is het nou als dit niet lukt? Vergaat de wereld dan? Dat kan wel lucht geven. We zitten elkaar soms gek te maken. Níemand wil de hele tijd vergaderen, maar we doen het wel. En in een corporate setting – maar ook in andere organisaties – wordt ziek zijn of het rustig aan doen nog steeds zwak gezien. En overwerken wordt stoer bevonden. Maar topsporters sparen hun krachten ook, die gaan ook niet voor een wedstrijd nog even 7 uur vergaderen. Het is alleen maar krachtig om je tijd in te richten op belangrijke zaken.'
Op elkaar letten
Mispelblom Beyer sluit zich daarbij aan. 'Met z’n allen moeten we op elkaar gaan letten. Elkaar vragen: Gaat het goed? Kun je het aan? Sommige werknemers hebben slecht door dat ze naar een burn-out op weg zijn. Je ziet het niet, terwijl je wel aan het doordraaien bent. Maar als niemand op de rem trapt, gebeurt dat ook. Sommige mensen weten geen oplossing, die moet je als werkgever hulp bieden. En werknemers zijn zelf ook verantwoordelijk: die moeten de clichés als goed bewegen en zorgen voor contacten in acht nemen. En voorkomen dat er een koude overgang is van werk naar privé. Je hebt nu eenmaal tijd nodig om stress af te voeren en stoom af te blazen. Hou je ritme aan vóór corona. Ga niet opeens vanuit je bed 's morgens om half 6 achter je laptop zitten, neem je tijd om je voor te bereiden op je werk. Ga niet overcompenseren. Ga je niet 9 uur in de slaapkamer helemaal de tandjes werken. Hou contact, waar mogelijk. Ga een keer met een collega wandelen.'
'Gesprekken via Zoom zijn vaak louter functioneel en het missen van het gewone contact hakt er bij veel mensen in.'
Werkgevers nemen de nodige maatregelen om werkstress te voorkomen. De meest getroffen maatregel is werknemers meer autonomie geven. Twee derde van de werkgevers geeft de werknemer meer autonomie om het werk zelf in te richten. Werknemers ervaren de genomen maatregelen op hun beurt nog niet altijd als genoeg, 44% vindt dat er aanvullende maatregelen nodig zijn.
Het NCPSB adviseert werkgevers vooral om preventieve actie te ondernemen. ‘Door werknemers bewust te maken van de omstandigheden en de daaruit voortvloeiende gedragingen die leiden tot stress, kun je een burn-out heel goed afwenden. Daar zijn meestal niet meer dan enkele uren persoonlijke coaching voor nodig. Wacht je daar te lang mee, dan ben je een werknemer minstens een jaar kwijt.’
Mispelblom Beyer: 'Wat werkgevers betreft: als je iemand van buitenaf inhuurt, stop dan met die bomenknuffelaars. Ga voor mensen die met een concrete aanpak deze dingen te lijf gaan. Ik hoor verhalen van mensen die softe skills denken in te kunnen zetten tegen heftige problematiek. De onbekendheid bij werkgevers zorgt niet altijd voor de goede aanpak.'
'De grote samenvatting is dat mensen zich terugtrekken in hun holletje en zich drie slagen in de rondte gaan werken. Daar doe je je zelf en je werkgever geen plezier mee. Eenmaal een burn-out, is een tweede nooit ver weg. Je zult wel moeten. Het is geen luxe, het is noodzaak, je móet je grenzen bewaken.'
'Vraag jezelf af: waar krijg ik energie van en wat kost me energie? En praat ook met elkaar, vraag elkaar hoe het gaat.'