Het cliché houdt stand: vrouwen doen meer huishoudelijk werk dan mannen
De traditionele rolverdeling blijft hetzelfde: vrouwen doen meer huishoudelijke taken dan mannen. Mannen daarentegen denken wel dat ze evenveel werk doen als hun partner. Zowel mannen als vrouwen zijn tevreden over deze verdeling, ondanks de disbalans. Deze resultaten blijken uit het grootschalige doelgroeponderzoek van DPG Media ‘De hartslag van Nederland’, uitgewerkt door Panel inzicht. De resultaten zijn gebaseerd op respondenten met een partner.
Mannen doen huishoudelijke klussen in huis, vrouwen maken meer schoon
Een meerderheid (66%) van de mannen tussen de 20 en 79 jaar geeft aan kleine huishoudelijke klussen te doen, zoals lampen vervangen. 63% van de mannen zet het vuilnis buiten en 59% van de mannen regelt de financiën. Vrouwen pakken andere huishoudelijke taken op: een groot deel (63%) van de vrouwen doet de dagelijkse boodschappen en bijna driekwart van de vrouwen maakt het toilet schoon.
Kleine verandering in verdeling huishouden onder jongere leeftijdsgroepen
In 2022 heeft driekwart van de mannen het gevoel ongeveer de helft of meer van alle taken in het gezin en huishouden op zich te nemen. In 2014 was dit nog 60%. Het percentage van 74% is opmerkelijk, aangezien de percentages bij de vraag naar de losse taken binnen het huishouden een stuk lager liggen.
Er lijkt een kleine verschuiving in de verdeling van het huishouden plaats te vinden onder de jongere leeftijdsgroepen. Het grootste percentage mannen dat de helft of meer in het huishouden zegt te doen, ligt in de leeftijdscategorie 20 tot 29 jaar. Uit de emancipatiemonitor 2022 van het CBS blijkt dat de arbeidsparticipatie bij vrouwen harder is gestegen dan bij mannen en dat jongere vrouwen meer uren werken dan oudere. De rol van mannen in het huishouden lijkt hiermee steeds groter te worden. Dit is vooral terug te zien in taken als het doen van de dagelijkse boodschappen en doordeweeks koken. Daarnaast doen jongere mannen ook vaker de was en maken zij vaker het toilet schoon.
De zorg voor kinderen nog steeds vooral door vrouwen
In het First Time Mums-onderzoek, dat in opdracht van DPG Media is uitgevoerd door CHOICE insights + strategy, is te lezen dat steeds meer mannen ook minder gaan werken na de komst van het eerste kind. In 2021 was dit 25%, terwijl dit in 2019 nog 22% was. Ondanks dat er een kleine verschuiving plaatsvindt, blijkt in de praktijk dat vrouwen alsnog vaak de meeste zorg voor de kinderen op zich nemen. In een recent artikel van de Volkskrant over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt dit beeld bevestigd: uit een enquête blijkt dat 41% van de heteroseksuele stellen voor de geboorte van een kind zorg en werk gelijk willen verdelen. Ná de geboorte blijkt dat maar 9% van deze stellen te lukken.
Ondanks de disbalans in de taakverdeling tussen mannen versus vrouwen, zijn zowel mannen (92%) als vrouwen (85%) tevreden over de verdeling.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!