Kan je gaan concurreren met je grootste opdrachtgevers? Het is een dilemma waar alle productiemaatschappijen voor staan. Binnen het sterk veranderend bureaulandschap moeten de film- en videoproductiebedrijven voortdurend op hun handen zitten. Ze zien dat groei mogelijk is door rechtstreeks voor merken te werken en daarbij ook creatieve concepten aan te bieden, maar durven zich hierop niet nadrukkelijk te positioneren uit angst inkomsten van bureaus te verliezen.
Chuck Studios, gespecialiseerd in foodfotografie- en film, lanceert deze week officieel de nieuwe dienst ‘food creative'. Olaf van Gerwen en Ellen Gaedtgens vinden het tijd dat productiemaatschappijen laten zien dat ze mee veranderen. ‘Je ziet dat consultancy’s het reclamevak betreden, merken die zelf campagnes maken, bureau's die inhouse productie doen. Wij vonden het tijd worden om zelf ook creatieve concepten aan te bieden in samenwerking met freelance creatieven en strategen. We worden hiervoor al gevraagd door merken met wie we samenwerken.’
De productiemaatschappij heeft zijn aanvankelijke twijfel om de nieuwe positionering naar buiten te brengen opzij gezet. Gaedtgens: ‘Natuurlijk is spannend, maar grote klanten van ons, zoals TBWA\Neboko, snappen het volkomen. Alles loopt door elkaar tegenwoordig en je hebt elkaar hoe dan ook nodig.’
Van Gerwen: ‘Als ik sales zou doen voor een brede productiemaatschappij zou ik dat inderdaad lastiger vinden. Waar moet je beginnen? Wij weten precies wie onze potentiele klanten zijn. Wij doen niks met non-foodklanten, dat is heel helder.’
Van Gerwen: ‘We zullen dat goed bekijken. Ik ben er geen voorstander van omdat het veel tijd, energie kost waar de creativiteit niet beter wordt. Wij hebben hier zelf de mankracht niet voor en kunnen nooit zoveel investeren als een bureau. Wij zijn gewoon ondernemers en doeners, geen praters. Zo werken we en daar moet zo’n klant gebruik van maken.’
Van Gerwen: ‘We maken een rate-card voor deliverables. We gaan creatie doen zoals we filmproductie ook doen. We rekenen de uurtarieven van de freelancers met een mark-up van 20 procent en dat berekenen we door in het totaalbedrag. We doen het met minder mensen en kunnen snel leveren, dat is het verschil. We gaan er niet prat op dat we zoveel goedkoper zijn, de belofte is dat je met een probleem rondom food hier terecht kan.’
Van Gerwen: ‘De allereerste eis is natuurlijk dat het eten er goed uit ziet. Als het eten er niet goed uitziet is het allemaal voor niks. Daarnaast houden wij van foodcommunicatie die dicht bij het product blijft en een verhaal over probeert te brengen. De draaggolf is toch emotie of een groot idee, dat proberen we erin terug te stoppen.’
Gaedtgens: ‘Een hamburger kun je verschrikkelijk mooi filmen, maar het blijft een hamburger en het is dan nog geen Burger King- of McDonald’s-Hamburger. Dat wordt het pas door er een concept en beeldtaal aan te koppelen.’
Van Gerwen: ‘Persoonlijk wel, we eten biologisch en diervriendelijk. Maar commercieel kunnen we dat niet doen, dan decimeren we onze markt. Ik kan niet groeien als ik grote fastfoodmerken buiten de deur houdt.'
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!