Kakhiel en De Speld & Partners zijn gaan samenwerken voor merken met ‘als doel humoristische branded content naar een hoger plan te tillen’.
Kakhiel is bekend van zijn gortdroge teksten die hij toevoegt aan cliché-stockfoto’s, terwijl De Speld met quasi-nieuwsberichtgeving de lezers of luisteraars op het verkeerde been zet.
Afzonderlijk boden ze merken hun branded humor al aan. Kakhiel werkte voor onder meer Dorito’s, Bolletje, Volkswagen en Tele2, terwijl ‘brands’ als ASN Bank, CZ, Milieudefensie en Oatly al gebruik maakten van De Speld & Partners. Dit bestaat naast De Speld zelf ook uit De Speld Sport en De Pin, dat zich op vrouwen richt.
Jerome Kuijken, managing partner van De Speld & Partners noemt Kakhiel ‘een fantastische aanvulling’ op de drie bestaande Speld-titels. Gezamenlijk hebben ze meer dan 2 miljoen volgers op sociale media en zo’n 2,5 miljoen unieke bezoekers in de leeftijd van 18-34.
Kuijken: ‘Ik volgde hem natuurlijk al een tijd, ik ben een fan, en wist dat hij ook branded-content maakt, maar daar was de laatste twee jaar wat minder van te zien. Ik heb hem daarom benaderd omdat ik kansen zie om gezamenlijk aan het werk te gaan voor merken. We kunnen humoristische branded content nog beter maken met nog meer bereik en positieve impact.’
‘Ja, we gaan echt een gezamenlijk aanbod maken voor marketeers. Roos Lust, manager online-branded-content, en ik hebben een flinke vinger in de pap. Kakhiel weet natuurlijk prima wat er aanslaat bij zijn doelgroep, maar wij voegen het merkdenken toe aan de creaties. We zorgen voor een goede afstemming met het merk, daar heeft Kakhiel geen omkijken naar. We maken samen met de adverteerder van het merk de briefing, hij kan ermee aan de slag. Daardoor wordt het voor hen bijvoorbeeld interessanter wordt om ons voor grotere campagnes in te zetten.’
‘Ja, er zijn nu concrete gesprekken met twee titels en het kan daarna nog verder doorgroeien. Ik kan geen namen met je delen, we zijn nog in een beginstadium met de gesprekken.‘
‘Over het algemeen hebben we daar geen problemen mee. De merken waarvoor we werken staan er wel voor open, hoewel je ziet dat in een meer corporate cultuur als bij Unilever, waarvoor we nu bezig zijn, dat er soms iets langer over gesproken wordt. Maar ook daar geen problemen hoor.’