Funshopping populair onder hoog opgeleide jonge vrouwen

Een groeiend deel daarvan gaat naar het ‘recreatief winkelen’, oftewel ‘funshopping’.

Uit exclusief onderzoek van GfK voor MarketingOnline, blijkt dat 54 procent van de Nederlanders van 12 jaar en ouder wel eens recreatief winkelt. Dit aantal is vergelijkbaar met het percentage wat wel eens naar de bioscoop gaat of wat wel eens beurzen en rommelmarkten bezoekt.

Wanneer een nadere uitsplitsing gemaakt wordt naar mannen en vrouwen valt op dat er beduidend meer vrouwen dan mannen recreatief de winkelstraten bevolken (62 procent tegen 45 procent).

Als naar leeftijdsverdeling gekeken wordt dan blijkt onder de groep van 20-29 jaar het funshoppen veruit het populairst. Maar liefst 70 procent van de twintigers vindt dit een aantrekkelijke vrijetijdsbesteding.

Het recreatief winkelen neemt af vanaf 30 jaar. Opvallend is dat dit voor mannen in de leeftijdsgroep van 30-39 jaar pas later geldt, zij raken na hun 40ste jaar minder geïnteresseerd in funshoppen.

Misschien zou verwacht worden dat meer mensen in de drie grote steden geneigd zouden zijn te funshoppen.

De cijfers bewijzen het tegendeel. Koploper in funshoppen is het Zuiden. Maar de relatieve verschillen zijn beperkt.

Ook kan gesteld worden dat hoe hoger de opleiding (en het inkomen), hoe hoger het percentage recreatief winkelenden. Zo funshopt 59 procent van de hoogopgeleiden tegen 41 procent van de laagopgeleiden.

De voor winkeliers meest interessante groep funshoppers zijn de jonge hoog opgeleide vrouwen. Bijna 81 procent van deze vrouwen doet aan funshopping.