In het gisteren gepresenteerde regeerakkoord van Rutte III staat dat het lage btw-tarief wordt verhoogd van 6 naar 9 procent. Nederland gaat dus bijna 3 procent meer betalen voor hun wekelijkse boodschappen (2,8 procent om precies te zijn). Levensmiddelenfabrikanten en –importeurs zijn - weinig verrassend - niet happy met de btw-verhoging.
De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie, de belangenbehartiger van de sector, zegt in een reactie aan Marketing Online geen voorstander’ te zijn van de verhoging. ‘Btw-verhoging van het lage tarief leidt tot een duurder boodschappenmandje (inflatie) en 3 procent is een relatief grote verhoging voor voedingsmiddelen. Voeding is een basisbehoefte, dus de gevolgen zijn direct merkbaar in de portemonnee, met name voor de mensen met een laag inkomen.’ Het CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) vindt iets vergelijkbaars: 'De kassa van de supermarkt mag geen belastingloket zijn, het CBL is tegen kunstmatig duurder maken van de eerste levensbehoefte van iedereen, eten en drinken.'
Van 14,60 naar 15,05 euro
Hoeveel de verhoging een gemiddeld gezin zal gaan kosten, rekende het CBL gisteren al voor. Per dag geeft zo’n gezin nu 14,60 euro uit aan de boodschappen. Na de verhoging is dat 15,05 euro. Op jaarbasis gaat het om een verhoging van 160 euro. Dat valt voor het gevoel nog wel mee - behalve natuurlijk voor de gezinnen die het nu al heel moeilijk hebben - maar de maatregel heeft meer gevolgen, zegt de FNLI. De belangenbehartiger spreekt van een ‘verstorend effect’. ‘Zo wordt Nederland duurder ten opzichte van het buitenland en wordt het prijsevenwicht in de supermarkt verstoord.’
Bron: ah.nl
Psychologische prijsbarrière
Met dat laatste doelt de FNLI op de pricing die supermarkten nu hanteren. Daar zie je veel prijzen als 99 cent, 1,95 en 2,95 euro. Het psychologisch effect is bekend. Ook al weten we op rationeel niveau wel dat het niet veel uitmaakt of je iets koopt voor 99 cent of voor een euro, toch trekt een dergelijke prijsvoering boodschappers vaak onbewust over de streep.
Met de btw-verhoging – mits die één-op-één zou worden doorgevoerd althans – komen 99 cent, 1,95 en 2,95 euro net bóven die psychologische grens uit: 1,02 euro, 2,01 euro en 3,03 euro. Maar die prijzen zullen we straks waarschijnlijk niet gaan aantreffen. De vraag is dan ook, wie gaat dat betalen? De supermarkt zelf? De consument (door hem iets meer te laten betalen voor iets anders?) of – zoals het vaak gaat - de leverancier?
Lage btw op groente en fruit? (Beeld: 123rf)
Individuele zaak
Die vraag legden wij ook de FNLI voor. ‘Of een deel van de rekening bij fabrikanten komen te liggen is moeilijk te zeggen, de prijsafspraken tussen fabrikant en retailer is een individuele zaak.’ Ook het CBL zegt daar geen uitspreken over te kunnen doen. 'Het is een zaak van de individuele supermarkten.' Maar zowel supermarkten als fabrikanten houden hun kaken echter stijf op elkaar en verwijzen (ironie) door naar hun belangenbehartigers. Het CBL in het geval van de supermarkten en, ja, de FNLI bij de fabrikanten.
Actie
Of de FNLI iets gaat doen naar aanleiding van de verhoging is even afwachten. ‘De aanpassing van de btw-tarieven is een pakket aan maatregelen die verder gaan dan food alleen, wij zullen daarom eerst kijken met andere partijen, waaronder VNO, naar de gevolgen van een eventuele verhoging om vervolgens te beslissen of we actie gaan ondernemen.’
Gezonde btw
Kritiek op de btw-verhoging kwam ook van de kant van Foodwatch, de organisatie die zich inzet voor eerlijk, veilig en gezond eten. De zelfbenoemde ‘voedselwaakhond’ vindt het schandalig dat de btw op groente en fruit omhoog gaat, terwijl dergelijke gezonde productcategorieën juist btw-vrij zouden moeten zijn. De vraag is of het binnenkort te installeren kabinet een kans laat liggen om te sturen op gezond (eet)gedrag door een gedifferentieerde btw-verhoging in te voeren. Plain and simple: hoge btw op minder gezonde producten en lagere btw op gezondere producten.
Bron: Foodwatch
FNLI says no
De fabrikanten zien daar echter geen heil in. Net als in eerdere discussies over de rol van de levensmiddelenindustrie in gezondheid (bijvoorbeeld bij kinderidolen op verpakkingen van ongezonde voedingsmiddelen voor kinderen), hecht de FNLI aan het belang van individuele verantwoordelijkheid en vrije keuze.
FNLI: ‘Ongewenste maatschappelijke problemen door consumptie van levensmiddelen komen voort uit eenzijdig of excessief consumptief gedrag, waaraan tal van maatschappelijke factoren ten grondslag liggen. Uiteindelijk blijft consumptie een kwestie van individuele verantwoordelijkheid en vrije keuze. Daarbij moet vermeld worden dat vergelijkbare maatregelen van beprijzing om consumentengedrag te beïnvloeden in omringende landen geen bewezen significant effect hebben.’
Beeld bovenaan: 123rf