FD gaat diep door het stof wegens publicatie over ASR-topman

Het is over het algemeen niet de sterkste kant van de journalistiek, het aanbieden van verontschuldigingen. Bekend kritiekpunt: een stuk met fouten op de voorpagina van een krant wordt gerectificeerd met een eenkolommertje onderaan pagina 8.

Het FD, in de persoon van hoofdredacteur Jan Bonjer, heeft dat anders gedaan en het boetekleed aangetrokken na een publicatie over ASR-topman Jos Baeten, tegen wie eerder dit jaar aangifte was gedaan voor meineed. Hij biedt excuses aan voor de onzorgvuldige wijze waarop de redactie van het FD heeft gehandeld.

ASR noemt de excuses van de hoofdredacteur ‘moedig’ en is tevreden over de handelswijze van het FD. ‘We waren blij toen we vanochtend het FD opensloegen’, aldus woordvoerder Pedro van Looij.

Aangifte, geseponeerd

De kwestie begon begin april toen het Financieele Dagblad opende met het nieuws over de aangifte tegen Baeten vanwege meineed, met een vervolg op pagina 2 en 3. Een publicatie die in veel media navolging kreeg. Medio juli echter, hartje zomer, bleek echter dat deze aangifte was geseponeerd door het Openbaar Ministerie, iets waar de krant verslag van deed op de voorpagina en pagina 3. Dat bericht is werd ook overgenomen door andere media, zij het minder vaak.

Voor Bonjer en de redactie van het FD was dit aanleiding om aan introspectie te doen en te onderzoeken of het zorgvuldig heeft gehandeld.

Onvoldoende rekenschap impact

Niet dus, iets waar Bonjer niet omheen draait: ‘Mijn slotsom is dat wij bij de publicatie van 3 april op drie punten onzorgvuldig hebben gehandeld: Wij hebben ons onvoldoende rekenschap gegeven van de impact van de publicatie voor de betrokken hoofdpersoon.

Bonjer en het FD vinden dat ze de aangifte tegen Jos Baeten wegens meineed disproportioneel veel aandacht hebben gegeven,’ veroorzaakt door het achterwege blijven van diverse, gebruikelijke ‘checks and balances’ op de redactie. Het verhaal draait in belangrijke mate om de heer Jos Lindhout, die bij de verkoop van zijn assurantiebedrijf benadeeld zegt te zijn door ASR’.

Op de man 

Bovendien is er minimaal wederhoor gepleegd, een paar vragen per mail, terwijl het relaas van Lindhout niet aan ASR is voorgelegd.

Ook is er te weinig rekening gehouden met de impact van de publicatie op Baeten. Er is te veel op de man gespeeld en ‘de daarbij gebruikte beelden hebben de heer Baeten onnodig en ten onrechte beschadigd’, zo schrijft Bonjer.

Het FD zal op grond van deze interne evaluatie diverse aanscherpingen doorvoeren  in de beoordeling van journalistieke onderwerpen in diverse stadia.

Pijnlijke afwijking

Bonjer: ‘Waar de artikelen online zichtbaar blijven, zullen wij deze verantwoording of een samenvatting daaraan koppelen. Dit is een ronduit pijnlijke afwijking van de betrouwbaarheid die wij voorstaan en dag-in-dag-uit willen en opnieuw zullen waarmaken.’