Maandag 8 september werd in The Playing Circle (de oude rubberfabriek) in Amsterdam de Pitcher app gelanceerd. Dat is een matchmaking applicatie á la Tinder, maar dan voor bureaus en adverteerders. De app is bedacht en gemaakt door bureau Woedend en kwam tot stand in samenwerking met Amsterdam Ad Blog, die voor de database zorgde.
Knipoog
De bedoelingen die Woedend met de app (link werkt vanaf 18:00 uur) heeft, lijken nogal dubbel. Aan de ene kant spreekt men over een ‘ideale matchmaker’. Het bureau zegt dat Pitcher ‘de makkelijkste manier voor marketeers is om bureaus te selecteren voor een pitch’. Er wordt in de applicatie namelijk gevraagd naar de categorie van het project, het aantal bureaus en het pitchbedrag, waarna een zoekresultaat verschijnt. De bureaus in die zoekresultaten kunnen naar links geswiped worden (weg ermee!) en naar rechts om te selecteren. ‘Net zoals bij de populaire Tinder app.’ Tegelijkertijd zegt Merien Kunst van Woedend dat hij met de app een statement wil maken. Een eerste subtiele knipoog zit al in het pitchbedrag dat ingevuld moet worden in de app; dat is namelijk allerminst een vanzelfsprekendheid in een pitch. Maar de echte aanklacht die Kunst wil maken is de oppervlakkigheid waarmee pitches gepaard kunnen gaan. Kunst, voorzichtig: ‘Pitches lijken soms wat oppervlakkig. Daarom is de vergelijking met Tinder wel toepasselijk. Het is soms toch een soort vleeskeuring, het is niet altijd diepgaand genoeg. Het lijkt soms zo te zijn dat er niet genoeg energie wordt gestoken in het samenstellen van de longlist of shortlist. We willen mensen met deze app ook aan het denken zetten.’
Elk nadeel
Kunst erkent dat die oppervlakkigheid niet altijd in het nadeel van het bureau hoeft uit te pakken. Een voorbeeld uit de praktijk van Woedend: ‘We zijn in de afgelopen twee jaar een keer op de lijst terecht gekomen als mediabureau, terwijl we helemaal geen mediabureau zijn. Dat was een voordeeltje, want door die “onzorgvuldigheid” hebben we met die partij wel een klantrelatie kunnen opbouwen. Soms heb je er last van, maar soms werkt het in je voordeel.’ Maar de gebruikelijke pitchpijnverhalen zijn Kunst ook niet vreemd. Als je veel tijd en energie hebt gestoken in een pitch voor een nieuwe klant en je wordt anderhalf jaar wederom gevraagd om te pitchen, dan vraag je je wel eens af, waarom moet het nou nog een keer?’
NSA-proof
Toch bezweert Kunst dat het Woedend en Amsterdam Ad Blog niet alléén om een statement te doen is. De app werkt zo dat als de selectie gemaakt is, de betreffende bureaus via Pitcher direct gebeld kunnen worden. Ook geeft de app de mogelijkheid om alle geselecteerde bureaus via één mail uit te nodigen voor een pitch. Woedend, reclamisch: ‘Easy does it. Snel, effectief en veilig - de informatie wordt nergens opgeslagen, de NSA kan er niet bij en dat geldt ook voor de concurrentie. De informatie is puur en alleen bedoeld voor degene die op dat moment de app gebruikt voor de eigen bureau-oriëntatie.’ Kunst vult aan: ‘Het simpelste gegeven aan Pitcher is dat er tussen 60 en 80 bureaus in zijn vertegenwoordigd. Daarmee is Pitcher zeker niet compleet te noemen, maar het zijn wel veel meer bureaus dan je uit je hoofd weet. Dat voegt alleen al om die reden wel wat toe denk ik, ook al is het maar een klein beetje.’
Werkloze pitchbegeleiders
Maar Kunst denkt toch niet serieus dat de Pitcher app een professionele pitchbegeleider kan vervangen? Op welke manier dan? Kunst: ‘In theorie kan Pitcher het hele pitchproces vervangen, maar of dat ook zal gebeuren en op welke manier de app straks daadwerkelijk gebruikt zal worden, dat weten we niet precies. Op z’n minst kan de app gezien worden als een geheugenopfrisser. Welke bureaus waren er nou ook alweer? Het kan het startpunt zijn van het samenstellen van een lijst.’
