Amazon kocht onlangs de Amerikaanse retailer Whole Foods en verlaagde vorige week drastisch de prijzen van veel populaire producten. Soms zelfs met 43 procent.
Bloomberg zette een aantal producten op een rij: producten als avocado’s (29 procent minder) en bananen (33 procent minder duur) zijn fors goedkoper geworden.
Niet alleen voedsel kreeg een prijskorting: ook Amazons digitale assistent Amazon Echo ging in de uitverkoop, voor 99,99 dollar. De goedkopere variant Echo Dot ging over de toonbank voor 44,99 euro.
De prijskortingen moeten in eerste instantie vooral voor buzz zorgen en nieuwsgierige nieuwe shoppers lokken. Al zullen dat geen massa’s nieuwe mensen zijn, aangezien de winkels zich vooral bevinden op locaties waar de iets rijkere Amerikanen wonen en werken.
Een week na de eerste prijskortingen blijkt ook dat de meeste grote Amerikaanse retailers gemiddeld nog steeds lager in prijs zijn dan Amazon.
Wat doet de concurrentie?
Maar het stelt de concurrentie wel voor een dilemma. Meegaan in prijsverlagingen (met nog minder marge tot gevolg) of vasthouden aan de prijzen - met minder verkoop tot gevolg?
Nuttig om te weten is dat er al een jaar een prijzenoorlog aan de gang is in de VS. Zo verlaagde de grootste retailer ter wereld, Walmart, het afgelopen jaar al de prijzen.
Walmart reageerde in ieder geval op de prijsverlagingen door te melden dat het verbeteringen doorvoert in de winkels en in de producten; mooiere schappen en meer vers. En klanten kunnen voortaan hun online bestelde boodschappen ophalen bij pick-up points.
Aldi en Lidl zetten vooral in op uitbreiding van het aantal winkels in de VS.
Meegaan in de prijsverlaging lijkt ook niet de oplossing, zo vertelt een analist van AT Kearney tegen Bloomberg: ‘Prijsverlagingen kosten tijd en geld. Terwijl Amazon met een heel ander, disruptief model werkt; namelijk dat van dynamic pricing. Het bedrijf kan experimenteren met prijzen en snel aanpassen als iets wel of niet werkt.’
Amazon biedt bijvoorbeeld extra kortingen aan zijn Amazon Prime-abonnees. En bijna tweederde van de reguliere Whole Foods-klanten blijkt zo’n Prime-abonnement te hebben (bron: retailbureau Magid). Inmiddels maken in totaal 80 miljoen mensen gebruik van Amazon Prime.
Wat doet Ahold Delhaize?
Ahold Delhaize is een belangrijke speler in de VS, met 9 retailformules en eigenaar van de grootste online bezorgservice in de VS, Peapod.
De retailer komt in eerste instantie ook niet met prijsverlagingen, maar deelt mee dat het flink zal investeren in online (en omnichannel). In een reactie meldt een woordvoerder dat de retailer juist 160 miljoen dollar zal investeren in online activiteiten. Dat bedrag was al bekend gemaakt tijdens de presentatie van de halfjaarcijfers.
Het geld gaat naar extra distributie- en fulfillmentcapaciteit voor de online activiteiten in de komende jaren, aldus de woordvoerder tegen MarketingOnline.nl.
De retailer verwacht dat de markt voor online boodschappen snel groter zal worden door de investeringen van Amazon. En daar profiteert ook Ahold Delhaize van.
In de Verenigde Staten zal Aholds Peapod extra capaciteit toevoegen in Chicago en andere markten. Peapod is op dit moment marktleider in de VS wat betreft het bezorgen van online boodschappen, met 40 miljoen bezorgingen tot dusver.
De woordvoerder vervolgt: ‘Verder heeft Ahold Delhaize de afgelopen jaren al aanzienlijk geïnvesteerd in online en de omnichannel-strategie en zijn we goed gepositioneerd ten opzichte van de concurrentie.’
Ook lanceerde Ahold Delhaize enige tijd geleden eigen ‘voice assistance apps’ voor de Alexa’s van deze wereld, die inmiddels live zijn in zowel de Verenigde Staten als in Nederland.
Zo kwam Peapod met een ‘Alexa Skill’, waarmee klanten hun boodschappenlijst kunnen aanvullen door berichten in te spreken. In Nederland experimenteert de retailer met Hiku, een koelkastmagneet waarmee je je boodschappenlijstje in de app kunt aanvullen door in te spreken. De retailer mikt hiermee op gemak via omnichannel: flexibel en via ieder kanaal makkelijk je boodschappen kunnen doen.
Bronnen: Ahold Delhaize, Bloomberg, Forbes
Beeld: Commons Wikimedia
