In Amerika en in Groot-Britannië is de PR-sector professioneler dan in Nederland. Dat vinden in ieder geval de Angelsaksen zelf. Vanzelfsprekend hebben ze gelijk.
Ik weet waarom ze daar professioneler zijn. In die landen proberen ze niemand te bekeren. In Nederland wel.
Hier praten communicatiestrategen in het zalvende jargon van de pastor. De pastor, dat is die best wel vlotte dominee of priester die van ‘verbinden' en van ‘bruggen slaan’ zijn roeping heeft gemaakt. Een website van een gerenommeerd Nederlands bureau verwoordt het zo: “(...) Wij geloven in nieuwe verhoudingen: van ik naar wij, van monologen naar dialogen, van onverschilligheid naar verbondenheid.” Kijk, daar heb je het al. Geloven.
In de Angelsaksische wereld doen ze daar niet aan. Daar zien ze het bewerken van de publieke opinie als één groot slagveld. “To influence attitudes and behaviors in a complex world” – zo verwoordt het grootste PR bureau ter wereld onomwonden zijn missie. De achterliggende gedachte is: de gunst om de publieke opinie is een strijd. Een gevecht om aandacht, om geloofwaardigheid, om sympathie. Een gevecht met tegenstanders. Multinationals tegenover activisten. Belangengroepen tegenover elkaar. Wie de beste ‘framing’ heeft, die wint. Die benadering levert fascinerende boodschappen op. Hoe zeg je in 5 seconden dat je tegen abortus bent? Dan ben je Pro-Life. Briljant. Niet tégen abortus, maar vóór het leven. Maar hoe zeg je dan vervolgens dat je juist voorstander van abortus bent? Je kunt jezelf moeilijk Anti-Life noemen, al is dat precies de hoek waar je tegenstander je in wil dwingen. Dat laat je dus niet gebeuren. Je bent Pro-Choice.
In Nederland vinden we een dergelijk gevecht onprettig. Liever gaan we met elkaar in dialoog over de verschillen en overbruggen we de tegenstellingen. ‘Roken? Daar komen we samen wel uit.’
Ik ben een voorstander van het Angelsaksische systeem. Waarom? Dat maakt in één oogopslag duidelijk wie welke positie inneemt. De maatschappij wordt daar gezien als een voortdurend debat tussen belanghebbenden. Dat is eerlijk en in essentie ook heel rechtvaardig. Je weet waar je aan toe bent. In Nederland weet je daarentegen nooit waarom iemand iets zegt. Hij kan bijvoorbeeld tegelijkertijd lid van de Eerste Kamer zijn en voorzitter van een belangenvereniging voor bouwbedrijven. Dan ga je praten met meel in de mond. Het debat wordt modderig, hypocriet, oneerlijk.
Er zijn nog twee redenen waarom de Angelsakische benadering professioneler is. Je krijgt er betere persinstituties door, die het debat faciliteren. En er valt nogal eens wat te lachen, want humor is een belangrijk wapen in de strijd om de gunst van het publiek. Opblazen dus die bruggen. Laat zien waar je voor staat. En laat de publieke opinie maar bepalen wie er wint.
Jan van Ingen schrijft op persoonlijke titel. Hij is niet aanwezig op Twitter of Facebook, wel op LinkedIn.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!