Nederlanders hebben het meeste vertrouwen in de wetenschap, terwijl de grote ondernemingen helemaal onderaan de vertrouwensladder staan. Dit blijkt uit een representatieve steekproef van het Rathenau Instituut onder 800 Nederlanders.
Wetenschap gaat duidelijk op kop in de vertrouwensranglijst, op enige afstand gevolgd door de rechtspraak, daarna de vakbonden, en de kranten en televisie. De politiek scoort minder vertrouwen, terwijl grote bedrijven nog het meeste vertrouwen te winnen hebben bij Nederlanders. De afgelopen drie jaar is het vertrouwen over de de gehele linie iets gedaald maar de rangorde is op details na dezelfde.
De belangrijkste cijfers; de gemiddelde waardering voor wetenschap ligt op 7,04 gevolgd door de rechtspraak met 6,32 terwijl de regering, de Tweede Kamer en de grote ondernemingen het met een cijfer van rond de 5,0 moeten doen. 85% van alle respondenten heeft voldoende vertrouwen om wetenschap een cijfer 6 of hoger te geven en ook nog 73% geeft een 7 of hoger. Hieronder de percentages voor een score van 7 of hoger voor de verschillende instituties in de metingen van 2012 en 2015.
Betrokkenheid bij wetenschap
Verder blijkt uit het onderzoek dat veertig procent van de Nederlanders wil dat burgers meebeslissen over wat wetenschappers moeten onderzoeken. En als Nederlanders honderd miljoen euro mogen verdelen over de wetenschap dan krijgt onderzoek naar gezondheidszorg 50 miljoen, natuur en techniek 25 miljoen en de sociale- en geesteswetenschappen ook 25 miljoen.
De cijfers die Rathenau nu naar buiten brengt zijn onderdel van een voorpublicatie die verschijnt voor de opening van het academisch jaar. Later in het jaar verschijnt een “feiten en cijfers” rapport met de vergelijkingen van actuele cijfers met die van 3 jaar geleden, die in samenwerking met de WRR werd gehouden, en een internationale vergelijking over het vertrouwen in wetenschap.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!