Bloemheuvel beaamt dat het op dit moment ontzettend druk is. ‘Omdat er nog steeds veel onduidelijk is over het vluchtelingenvraagstuk in Nederland en omdat de situatie in de opvang veel vragen oproept, is het belangrijk dat wij proactief informatie blijven geven over de vluchtelingenproblematiek en dat wij, indien nodig, commentaar geven op berichten die gaan over alles wat met het vluchtelingenbeleid en asielprocedures te maken heeft. Maar dat is een uitdaging, helemaal in deze tijd waarin veel mensen het steeds moeilijker krijgen, we middenin een woningcrisis zitten en de opvang voor vluchtelingen, vragen oproept.
Ik zie het als mijn taak om ervoor te zorgen dat de pers op een goede manier wordt geïnformeerd over ons werk en over de situatie. We hebben het bijvoorbeeld niet over een vluchtelingencrisis, maar een opvangcrisis, en dat maar 4 procent van het aantal vluchtelingen uit de ‘veilige landen’ komt. Goed communiceren is zo ontzettend belangrijk in deze kwestie.’
Werken voor een NGO stond tijdens de studie journalistiek nog niet op het verlanglijstje van Bloemheuvel. ‘Ik wilde heel graag de tv-kant op, mijn eerst stage was bij Expeditie Robinson en daarna bij royaltyprogramma Blauw Bloed. Het was mijn doel om op een redactie van het NOS journaal of bij RTL Nieuws terecht te komen, maar ik merkte bij Blauw Bloed dat ik het heel leuk vond om me op een onderwerp te storten. De volgende stage was bij De Monitor, een onderzoeksprogramma van Teun van de Keuken. Toen ik vervolgens naar India vertrok om mijn scriptie te schrijven over de foute berichtgeving over zelfmoord in dit land, wist ik zeker dat ik op mijn best ben als ik mij kan verdiepen in een issue.’
Ik sta het liefst in de actiestand
Door haar stage kwam Bloemheuvel uiteindelijk terecht bij 113 Zelfmoordpreventie. ‘Bij 113 ben ik vooral bezig geweest met zelfmoordpreventie via de media. Dat er bij mediaberichten over zelfmoord of in programma’s, series of films over het onderwerp, altijd de 113 hulplijn wordt vermeld. Het voelde goed om met iets wezenlijks bezig te zijn.’ En nu zet de gedreven persvoorlichter zich alweer een tijd in voor een andere NGO.
Zijn er nog toekomstwensen? ‘Ik zit hier nu heel erg op mijn plek. We doen mooie dingen, zijn een hele inhoudelijke organisatie, we maken echt het verschil in het leven van heel veel mensen en dat doen we al heel lang. Daarnaast krijg ik hier alle kansen om ook nieuwe zaken op te pakken. Wat ik belangrijk vind, is dat mijn werk niet voortkabbelt, ik sta het liefst altijd in de actiestand. Het lijkt me bijvoorbeeld heel leuk om ooit nog eens crisiscommunicatie te doen, of te werken in de onderzoeksjournalistiek.
Ik moet mijn tanden ergens in kunnen zetten, dat is wel de gemene deler. In de functie van woordvoerder hoor ik wel eens dat als ik een verhaal vertel, mensen mij ook echt geloven en dat komt omdat ik ook altijd achter mijn verhaal sta. Dat is eigenlijk het belangrijkst, dat je gelooft in wat je doet.’