“Kijk naar alle dingen die computers mogelijkerwijs zouden kunnen doen. Dus alles wat gebaseerd is op feiten en logisch redeneren. En vermijd die als de pest.” In de Tegenlicht uitzending De Techmens (2013) gaf Wired hoofdredacteur Ben Hammersly carrièreadvies voor over vijftig jaar. Word geen dokter. En zeker geen advocaat. Want recht, dat is een beslisboom. Op termijn prima te digitaliseren. Zijn advies: kijk naar dingen die computers nooit kunnen, en richt je daar op.
Vorige week waarschuwde minister Asscher voor de opkomst van robots. Hij deed dat veel genuanceerder dan dat de flarden op je timeline je wellicht deden geloven. Volgens Asscher is de digitale ontwikkeling “op een keerpunt beland”. De vergaande effecten worden nu pas goed zichtbaar. En dat brengt gevaren met zich mee.
Eerst nam de melkrobot onze handen over. Straks neemt de zelfrijdende auto het stuur, en dus ook ons vermogen tot denken over. En dat is nog maar het begin. Met onze smartwatch, Google Glass en Ocolus Rift worden wij mensen ook steeds meer robot. En onze robots worden steeds meer mens. Pikken de apparaten langzaam onze banen in?
Ik werd wel blij van deze minister met zijn robotuitspraken. Eindelijk discussie over de rol van technologie in ons leven. Want ze komen er aan, de robots. Sneller dan we denken. Er zullen banen verdwijnen. Meer dan we denken. En wat doen we met de tijd die we overhouden? Wat gaan we dan in vredesnaam doen de hele dag? Hoe verdienen we nog geld? En hoe gaan we dat verdelen? Om te voorkomen dat de kloof tussen arm en rijk nog groter wordt.
De angst is reëel. Maar ook zo oud als technologie zelf. In Engeland werden aan het eind van de zeventiende eeuw weefmachines vernietigd door arbeiders. Bang dat ze het werk zouden overnemen. Voor zover ik weet zijn er nog geen robots vernietigd of in elkaar geslagen. Maar we moeten niet in een kramp schieten. Niet bang zijn voor robots. Niet bang zijn technologie. Asscher zegt niet: stop de robots. Hij zegt: investeer in onderwijs.
De directeur van de basisschool van mijn zoon gaf een tijdje terug een lezing aan ouders over IT en onderwijs. Het zou allemaal niet goed zijn voor kinderen, al die computers en iPads. Hij veegde de vloer aan met iPad scholen en haalde Manfred Spitzer aan om te bewijzen dat technologie ons eerder dom dan slim maakt. De zaal knikte instemmend. Onze angst werd bevestigd. Technologie, dat was onze vijand. Zouden we niet moeten verbieden dat onze kinderen in de klas les krijgen met een iPad?
Ik verliet teleurgesteld de zaal. Ik werd er moe van. Hoe graag we elkaar die angst voor technologie aanpraten. Hoe goed dat kennelijk voelt. Tijdens de borrel verzamelde ik medestanders. Ouders die ook niet geloven dat het afwijzen van technologie de oplossing is. In zijn boek De geschiedenis van de vooruitgang schrijft Rutger Bregman: “Of de trein van vooruitgang ook is uitgerust met een noodrem, weten we niet. We hebben hem in ieder geval nog niet gevonden.” Dus ik zou zeggen, wacht niet op de ruk aan de noodrem.
We zullen er dus mee moeten leren leven. We zullen onze kinderen moeten leren om te gaan met technologie. En daarvoor moeten we eerst zelf eens minder bang worden. Ouders. Schooldirecteuren. Ambtenaren. Leraren. Als je vliegangst hebt, kun je op cursus gaan. Onze angst voor technologie overwinnen we misschien wel door collectief een cursusje programmeren te boeken. En dan veranderen we het onderwijs.
We beginnen met het smartboard. Want na onze cursus weten we nu eindelijk hoe dat ding werkt. In elk handvaardigheidslokaal zetten we een 3D printer. Laten we kinderen kleien. En daarna maken ze nog een keer hetzelfde met een 3Dprinter. We laten alle kinderen vanaf groep 5 programmeren op school. We brengen technologie naar de klas en gebruiken de creativiteit van kinderen om te zien wat de mogelijkheden zijn. Zoals medialab SETUP drones naar de basisschool bracht. Wat mij betreft een schoolvoorbeeld van hoe we de strijd tegen robots kunnen aangaan. Minister Asscher, leest u mee?
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!