Een jaar na de Tweede Kamerverkiezingen mogen we weer naar de stembus voor de gemeenteraad. Onverkiesbare BN’ers als Raymond van Barneveld en Maarten van Rossem moeten ons naar het kieslokaal lokken.
Halen we onze landelijke kopstukken wel of niet naar onze gemeente? Die vraag zal voor lokale politici dit jaar nog knellender zijn dan bij vorige gemeenteraadsverkiezingen. De populariteit van Haagse politici is na de lange en moeizame formatie, de toeslagenaffaire en andere schandalen tot een dieptepunt gezakt. De sfeer in de landelijke politiek is momenteel grimmig nu politici tot aan hun voordeur belaagd worden door demonstranten, al dan niet met brandende fakkels in hun hand. 65 Procent van de kiezers heeft weinig tot geen vertrouwen in de nieuwe regering, blijkt uit peilingen.
Kun je als lokale partij nog wel voordeel halen uit de bekendheid van een landelijk kopstuk of loop je het risico dat hun komst alleen maar negatief uitstraalt? Daar staat tegenover dat een bekende partijprominent in het dorp nog altijd goed is voor leuk stukje in de plaatselijk krant. En baat het niet dan schaadt het waarschijnlijk ook niet. De meest Haagse politici worden in de provincie immers niet herkend, zoals VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans in februari mocht ervaren toen ze langs de deuren ging voor haar partij in Woerden.
Lokaal is echt lokaal
‘Eigenlijk wil je helemaal geen landelijke politici bij de gemeenteraadsverkiezingen’, zegt Klaas Dijkhoff, de voorganger van Sophie Hermans in de Tweede Kamer en tegenwoordig communicatieadviseur. ‘Het gaat om lokale aangelegenheden. Helaas zullen de verkiezingsuitslagen ook nu weer vertaald worden naar een landelijk beeld. Dat vind ik een hard gelag voor alle mensen die op lokaal niveau zo keihard gewerkt hebben.’
Toch staat nu al vast dat lokale campagnevoerders wel degelijk eer van hun werk zullen hebben: lokale verkiezingen gaan in Nederland namelijk nog echt over lokale issues. Meer dan de helft van het electoraat zich bij de keuze te laten leiden door wat er in de eigen gemeente speelt. De belangrijkste onderwerpen van dit moment zijn ‘betaalbaar wonen’, ‘veiligheid&criminaliteit’ en ‘leefbaarheid’, blijkt uit onderzoek van I&O Research (januari 2022).
Volgens Dijkhoff moet het streven van alle partijen in de komende campagne dit zijn: ‘Laat zien dat jij de beste lokale partij bent. Weet waar de ergernissen van je inwoners zitten en geef aan hoe jij hun problemen gaat oplossen. Ben je een landelijke partij, ga er dan niet bij voorbaat van uit dat mensen in je gemeente ook wel op je zullen stemmen.’
Posters plakken
Sinds begin februari staan er weer aanplakborden in gemeentes. Posters plakken hoort bij onze politieke folklore. Bij de landelijke verkiezingen van vorig jaar hekelde de Nijmeegse politicoloog Peter van der Heiden dat nog. Borden met verkiezingsposters noemde hij ‘nul komma nul effectief’, een relikwie uit het verleden dat we vergeten zijn weg te halen uit het straatbeeld.
Hoogleraar media en samenleving Rens Vliegenthart van de Universiteit van Amsterdam deed ooit een studie naar de evolutie van verkiezingsposters. Ook hij vindt affiches als campagnemiddel 'volstrekt irrelevant'. Maar Frank van Dalen, voorzitter van de stichting Politieke Academie, is dat niet met beide wetenschappers eens. Zeker op lokaal niveau gaat het er vooral om dat je als partij zichtbaar bent. Een onbekend hoofd met een kreet heeft weinig impact, denkt hij, maar als je voor de zoveelste keer langs een weiland met een groot bord rijdt, blijft er onbewust iets hangen. En met een gigantisch stembiljet voor je neus, zoekt elke kiezer naar houvast, naar iets bekends tussen de honderden initialen en achternamen.
Slim vindt Van Dalen de lokale poster van Forum voor Democratie. Daarop prijkt alleen het hoofd van Thierry Baudet, dat door veel mensen herkend wordt. ‘Wie er in de raad komt, is voor de Forum-stemmer niet zo van belang. Die wil gewoon de bevestiging dat de partij van Baudet in zijn of haar gemeente deelneemt aan de verkiezingen’, zei Van Dalen onlangs in dagblad Tubantia.
Corona
Posters plakken is daarbij coronaproof, wat een bijkomend voordeel is in de campagnes. Naar verwachting speelt de pandemie de verkiezingen nog behoorlijk parten. Want als persoonlijk contact met kiezers ergens belangrijk is, dan wel op lokaal niveau. ‘Mensen stemmen vooral op mensen die ze kennen en daarom staan plaatselijke politici op de markt en gaan ze van deur tot deur om flyers te verspreiden en gesprekjes aan te knopen’, zegt Bianca Pander van campagnebureau BKB.
Campagneplannen werden echter bedacht toen de coronamaatregelen nog volledig van kracht waren. En hoewel er steeds meer kan, blijven politieke debatten met publiek moeilijk. Ook bij het van deur tot deur gaat voelt het ongemakkelijk, zowel voor de veiligheid van de campagnevoerders en van degene bij wie je aanbelt. De campagneleider van D66 in Rotterdam sprak al van ‘rijden met de handrem erop’. ‘Corona heeft voor een vertraging gezorgd, maar vanaf half februari zijn de campagnes als vanouds losgekomen’, ziet Pander. ‘Stemmen winnen’ is op lokaal niveau ook effectief, weet Pander. ‘Zelfs in Amsterdam heb je maar 7800 stemmen nodig om in de raad te komen. In kleine gemeenten is dat nog veel minder.’
Internet
Door de beperkingen van de pandemie is de verwachting dat de invloed van social media bij deze gemeenteraadsverkiezingen groter is dan ooit. Er gaat meer geld naar advertenties op Facebook en Instagram. De VVD in Lelystad gaat via Microsoft Teams in gesprek met buurtgenoten. Partijen als PVV en 50Plus (‘onze kiezers zijn minder op straat’) zijn van oudsher meer digitaal georiënteerd. En natuurlijk zijn er ook weer de populaire stemwijzers op internet waaraan dit keer 55 van de 334 gemeenten meedoen. (In 2018 waren dat 44 gemeenten, de stemwijzer werd toen 7,8 miljoen keer ingevuld). Wie online zegt, zegt video. Bewegende beelden verdringen de lappen tekst van weleer. Zo maakte een extern bureau een campagnefilm van de Rotterdamse VVD-lijsttrekker Vincent Karremans die vier jaar geleden, in Poetin-stijl, nog poseerde met ontbloot bovenlijf op een paard.
Amateuristisch
Internet is een belangrijk medium, maar social media worden op lokaal niveau belangrijker gemaakt dan ze zijn, meent Kristof Jacobs, universitair hoofddocent Politicologie aan de Radboud Universiteit. Jacobs deed onderzoek naar het gebruik van sociale media door politieke partijen. ‘De lokale politicus die meedoet aan de gemeenteraadverkiezingen heeft vaak wel een Twitteraccount, maar het effectieve bereik daarvan is toch niet groot’, zegt hij in een interview met Logeion. Dat komt onder meer omdat de kiezers die hij of zij wil bereiken lang niet altijd op die sociale media actief zijn. En voor lokale politici zijn alleen de inwoners die op hen kunnen stemmen relevant.’
Daar staat tegenover dat het voor lokale politici nog steeds erg belangrijk is om lokale journalisten te bereiken. En die zitten vaak wel op Twitter. Jacobs constateert in zijn onderzoek dat het Twitter-gebruik van lokale politici vaak nog net zo amateuristisch is als vier jaar geleden: wazige profielfoto’s en accounts waar maandenlang geen bericht op wordt geplaatst. ‘Lokale politiek is meestal iets dat je erbij doet. Het is geen dagtaak, vaak hebben gemeenteraadsleden er ook nog een baan naast, dus je bent druk met andere dingen’, verklaart hij.
Informatiebubbel
De Amsterdamse PvdA-wethouder en voormalige hoogleraar Politieke communicatie Marjolein Moorman constateert wel een andere impact van social media. ‘De kiezer krijgt steeds meer vooral informatie uit zijn eigen bubbel. Dat maakt het lastiger om mensen te bereiken. Corona heeft de impact van die bubbel vergroot. Enerzijds omdat we elkaar simpelweg minder hebben gezien.
Maar de pandemie heeft ook de onzekerheid en wantrouwen richting de politiek aangejaagd, en doordat we meer in een eigen bubbel zitten hebben we minder informatie gekregen die andere standpunt belichten. Het is niet eenvoudig om daar als lokaal politicus doorheen te breken. Je moet sowieso accepteren dat lokale verkiezingen minder stuurbaar zijn; je bent afhankelijk van de tijdgeest.’ Moorman zelf zegt te blijven geloven in campagnes die hoop geven. ‘Ik ben in de politiek gegaan omdat ik idealen heb, politiek is geen marketingtruc.’ Ze hoopt dat partijen niet meegaan in de felle retoriek van partijen als PVV en Forum voor Democratie en hun eigen verhaal blijven vertellen.
Lastig campagnevoeren
Die PVV doet in ruim 30 gemeenten mee, Forum in 50. Bij de Tweede Kamerverkiezingen voerde vooral die laatste partij op een andere manier campagne. De toon was hard, confronterend, beschuldigend vaak. In het parlement werd dat voortgezet, onder meer door te verwijzen naar de komst van politieke tribunalen. Bianca Pander van campagnebureau BKB verwacht dat Forum ook op lokaal niveau op een andere manier campagne zal voeren.
‘Forum gaat de gemeenteraadsverkiezingen niet in met lokale punten maar met een landelijk programma. Dat is al anders. In het debat beweren ze van alles, ook dingen die feitelijk onjuist zijn. Maar ze zitten heel erg op de emotie van mensen en het is heel moeilijk daar campagne tegen te voeren. Linkse partijen hebben de neiging te willen aantonen wat er inhoudelijk allemaal niet klopt. Maar dat werkt niet goed. Reagan zei al: when you’re explaining, you’re losing. Mijn advies zou zijn: blijf je eigen campagne voeren maar durf ook emotie te tonen. Ben je boos, hou je dan niet in.’
Tweestrijd
In de landelijke partij is het in het verleden een effectieve strategie gebleken om van de verkiezingen een tweestrijd te maken. In 2012 joegen Mark Rutte en Diederik Samsom elkaar met deze strategie naar grote hoogte. Is dat ook mogelijk op lokaal niveau? ‘Je kunt het zeker proberen’, zegt Klaas Dijkhoff. ‘Ik heb dat een keer gedaan in Breda, waarbij het lukte om van de VVD de grootste partij te maken. Maar het lijkt me wel meer iets voor grote gemeenten. In Rotterdam hebben ze het een keer gedaan met Leefbaar Rotterdam. De verkiezingen draaiden toen min of meer om de vraag of de kiezer voor of tegen die partij in het college was.’ Bianca Pander stelt dat je voor zo’n ‘tweestrijdstrategie’ de media nodig hebt. ‘En bij gemeenteraadsverkiezingen is er minder aandacht vanuit de pers.’
Moddergooien
Een ander risico is dat verkiezingen die als tweestrijd geframed worden, kunnen ontaarden in persoonlijke aanvallen. Harde campagnes waren sowieso de trend van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. De debatten waren, onder meer in Amsterdam, bijzonder fel en partijen sloten elkaar op voorhand uit. Ook nu is dat al gebeurd: de coalitiepartijen hebben aangekondigd op lokaal niveau niet te zullen samenwerken met PVV en Forum. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat kiezers niet van politiek moddergooien houden. Sommige mensen vinden het wel eventjes leuk, maar zodra het onder de gordel wordt gaat het irriteren.
SCP-directeur Kim Putters zei naar aanleiding van de vorige gemeenteraadsverkiezingen: ‘Mensen vinden onfatsoenlijk gedrag op straat en een gebrekkig normbesef het grootste probleem van ons land. Daar kan de politiek zichzelf niet los van zien. Het is bovendien on-Nederlands. De geschiedenis van het lokale bestuur wordt gekenmerkt door pragmatisme.’