Door Rens Dietz
Zo’n anderhalf jaar geleden gaf Niek Civals op deze plek een fraaie analyse over het nut van popmuziek in campagnetijd. Vandaag is het een maand voor de Tweede Kamerverkiezingen, een mooi moment om te kijken hoe politieke partijen gebruik maken van popmuziek in hun campagnes.
Amerikaanse campagnes
Wij communicado’s lachen graag in ons vuistje als het gaat om Amerikaanse verkiezingscampagnes, ook als het gaat om muziekkeuzes. In navolging van Reagan (hij koos voor Born in the USA als campagnenummer, tot groot ongenoegen van Bruce Springsteen) maakte ook Trump popmuzikanten woedend door van hun muziek gebruik te maken.
Trump handelde deze klachten uiteraard op geheel eigen wijze af: ofwel door het te negeren, ofwel door te twitteren dat ze in hun handen mogen wrijven met zoveel aandacht. In 2006 had ook Hillary Clinton een foutje gemaakt: zij koos in haar campagne voor het nummer ‘When The Lady Smiles’, terwijl in de videoclip een non wordt verkracht. Oftewel: #ophef.
Wij communicado’s weten ook dat we veel van de Amerikaanse campaigners kunnen leren. Roosevelt (1936) en Clinton (1994) gaven de kiezers hoop met respectievelijk ‘Happy Days Are Here Again’ en ‘Don’t Stop’.
Nog smaakvoller zijn de voorbeelden van JFK (Sinatra herschreef voor zijn campagne het nummer ‘High Hopes’) en Obama (will.i.am schreef ‘Yes We Can’). Energiek, passend bij de tijdsgeest en vooral: hoopvol. Obama en Biden leren ons ook dat je vandaag de dag in campagnetijd diversiteit niet links kan laten liggen: óók vrouwen, óók niet-heteroseksuelen en óók mensen van kleur moeten terugkomen in de muziekkeuze
En Nederland dan?
Ons versnipperde politieke landschap zorgt ervoor dat politieke partijen elkaar altijd weer nodig hebben na de verkiezingen (kortom, het nummer ‘Ik geef een nier voor geen Rutte IV‘ zal niet gauw door een campagneteam worden omarmd, want stel je voor dat ...) én dat we minder budget hebben dan de Amerikanen.
De enige partij die doorgaans beschikt over een goedgevulde campagnekas, de SP, is niet toevallig ook de partij met meest geslaagde campagnemuziek. De vorig jaar overleden componist en ‘huiszanger’ Bob Fosko bracht bij vele verkiezingen een nummer dat paste bij de kernwaarden van de partij.
ChristenUnie in 2012 en 50PLUS in 2017 lieten zien dat het ook veel minder goed kan uitpakken als je zelf een nummer maakt…
Op verkiezingsavond proberen politieke partijen de mensenmassa’s op te zwepen met pakkende muziek. VVD koos in 2012 voor Coldplays ‘Viva la Vida’ en D66 in 2017 voor ‘Trumpets’.
Het ontging de spindoctors blijkbaar dat in deze nummers respectievelijk de teksten zitten:
- “It was never, never an honest word, that was when I ruled the world”
- en “You see that girl with the big tic tac (…) Head to the floor, girl (…) Make the TRUMPETS blow!”
Zelfspot CDA en PvdA
Spraakmakender was de zelfspot die je hoorde bij het CDA in 2012 “I get knocked down, but I get up again" en PvdA dat in 2017 zijn waterloo vond en ABBA’s ‘Waterloo’ draaide.
Verkiezingen van 2021
Voor politieke partijen zijn de verkiezingen hét moment waar vier jaar naar wordt toegewerkt. Intussen weten we wat de rol is van muziek in campagnetijd en kennen we legio goede voorbeelden. Het kan dus niet anders dan dat 2021 hét jaar wordt van spraakmakende popmuziek in verkiezingscampagnes.
Er zijn enkele vragen voor de komende periode: Vindt SP de nieuwe Bob Fosko? Krijgt rising star Snollebollekes een plek in een campagne? Gaan de vrouwelijke lijsttrekkers de gendertroef laten doorklinken in hun muziekkeuze? Durven partijen hete onderwerpen, zoals extra steun voor het zorgpersoneel of black lives matter, te benadrukken met een passend nummer? Ik ga op deze plek volgen wat 2021 ons brengt qua campagnemuziek. Wordt vervolgd!
Rens Dietz is communicatiewetenschapper en heeft zich als hobby verdiept in de rol die muziek speelt in politieke campagnes. Alles over dit onderwerp vind je op de site campagnemuziek.nl die hij heeft opgezet.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!