Weinigen zal het ontgaan zijn (want: all over the news), dat alle supermarkten in Nederland per 2023 zijn overgestapt op Beter Leven kip. Dat zat eraan te komen, zowat alle supermarkten waren immers al om, het wachten was alleen nog op supermarkt Boni. Het is een mijlpaal die niet bereikt was zonder de niet aflatende inspanningen van Wakker Dier, de NGO die strijdt tegen dierenleed.
Campagnevoerders Hanneke van Ormondt, Sjoerd van de Wouw en Anne Hilhorst stonden bijna tien jaar op de barricade om voor elkaar te krijgen dat meer dan honderd miljoen kippen per jaar er fors op vooruit zouden gaan. Zij krijgen daglicht in hun stal, meer bewegingsruimte en (in het geval van meer dan één Beter Leven-ster), een overdekte uitloop naar buiten. Bovendien zijn de dieren van een gezonder ras dat langzamer groeit. Hoe kijken Van Ormondt, Van de Wouw en Hilhorst terug op dit gevecht? Ofwel: hoe voer je succesvol campagne tegen dierenleed, terwijl het volk door en door gewend is geraakt aan spotgoedkope kipfiletjes?
Kipgezicht
De queeste tegen de kip zonder keurmerk begon in 2012. Omdat de kip het meest gehouden dier van Nederland is, en wel onder de slechtste omstandigheden, vond Wakker Dier dat het wel in actie móest komen. ‘Niet heel makkelijk’, zegt Hilhorst, ‘want de kip is niet een heel aaibaar dier. Daarom waren onze eerste actiepunten om de kip – de plofkip – een gezicht en een verhaal te geven.’ Van Ormondt herinnert zich nog als de dag van gisteren dat ze foto’s maakten van een volle stal. ‘Dat was de eerste keer dat ik het zelf zag. Ik ben er dagen stil van geweest.’
Van de Wouw erkent dat hij vooraf zijn twijfels had over de campagne. Het leed van de plofkip maakte een campagne een must, maar hoe breng je dat leed in beeld? Van de Wouw: ‘Plofkippen zitten niet in kooien zoals legbatterijkippen en je ziet ook geen bloed zoals bij onverdoofde castratie van biggetjes. Succes lag daarom niet gelijk voor de hand. Het leed is zeker niet minder dan bij biggen en legkippen maar zit hem in het doorfokken waardoor ze kreupel zijn, amper bewegen en gewrichtspijn hebben.’
Kuiken in lichaam van bejaarde kreupele
Plastisch omschreven worden plofkippen geslacht als jong kuiken, terwijl ze in het lichaam van een bejaarde kreupele kip zitten. ‘Maar dat is veel moeilijker in beeld te brengen’, zegt Van de Wouw, ‘en hoeveel sympathie hebben consumenten voor een kip? Die kan immers niet tippen aan het snoezige snuitje van een big of kalf.’
Het woord ‘plofkip’ heeft uiteindelijk enorm geholpen, stelt het drietal, omdat het het probleem heel goed samenvatte. ‘Iedereen kon zich daar iets bij voorstellen en geen enkel bedrijf wilde daar mee geassocieerd worden. Ook omdat het - naast het dierenleed – gewoon onsmakelijk klinkt.’ Plofkip werd vervolgens ook nog eens tot ‘woord van het jaar’ gekozen. En dat wetenschappers het probleem bevestigden, hielp ook enorm. ‘De inhoudelijke discussie over het kippenwelzijn was snel beslecht. We konden overgaan tot het onder druk zetten van de verkopers.'
PR is king
De plofkip-campagne van Wakker Dier is altijd sterk pr-gedreven geweest. Meteen vanaf het begin al. Van Ormondt beschrijft één van de eerste acties. ‘We redden één plofkip en één even oude biologische kip voor een fotoshoot: Dikkie en Kootje (zie foto). Ze werden dikke vrienden in hun korte resterende leven en stalen de harten van onze Facebook volgers.’
Hilhorst noemt een uitzending met Vroege Vogels, waarbij meerdere plofkippen en biologisch kippen werden opgehaald en naar de dierenarts werden brachten, om ze vervolgens naar een opvangcentrum te brengen. Op camera werden ze onderzocht en kwamen alle verwondingen en ziektes goed in beeld. Bijna alle plofkippen hebben pijnlijke voetzweren door het leven in de eigen poep en pis. De dierenarts schrok er echt van.’
Specifiek koppelen
Het belangrijkste wapen in de strijd tegen de kip zonder keurmerk was misschien wel het koppelen van nare beelden van kippenleed aan een specifieke supermarkt. Van Ormondt: ‘Keer op keer.’ Alle bedrijven werden al maanden van tevoren aangeschreven. ‘Let op, we starten een campagne en dat gaan we ook lang volhouden.’ Van de Wouw weet nog goed dat Unilever al om ging voordat de campagne überhaupt gestart was. ‘Dat was nieuw voor ons. En moedig en slim ook van ze. Unilever kreeg als voorloper veel positieve publiciteit. Daar hielpen wij graag aan mee want je moet achterblijvers “shamen”, maar voorlopers evengoed in het zonnetje zetten. Zo maak je het zo aantrekkelijk mogelijk voor bedrijven om om te schakelen. Want die moeten met diervriendelijkere kip meer kosten maken en dat moeten ze er met positieve publiciteit weer proberen terug te verdienen. Onze campagne kreeg gelijk een boost want als een groot bedrijf als Unilever “om” kan, dan kan de rest geen smoesjes meer gebruiken.’
De macht van de supermarkt
Wakker Dier blijft de nadruk leggen op de rol van de supermarkt, op de macht die zij hebben. Volgens Hilhorst willen supermarkten en bedrijven de verantwoordelijkheid vaak bij de consument leggen. ‘Volledig onterecht! Het assortiment, de aanbiedingen, de schapindeling zijn allemaal heel belangrijk en worden volledig bepaald door de supermarkt. De consument heeft daar niets over te zeggen.’
Én cruciaal blijft de nadruk op de ‘absurd lage prijs’. Van Ormondt: ‘We hebben stap voor stap het leven laten zien: ziektes, geboorte, slachthuis. Overal waren de feiten afschuwelijk: gebroken poten, zweren. geen drinkwater na geboorte, pijn, ziek, kortademig, honger bij de ouderdieren. En dan altijd weer de link naar de lage prijs en het stunten door de aanbieders.’ Van de Wouw weet dat kip vaak goedkoper was dan kattenvoer. ‘Dan voel je wel aan dat er iets mis is.’ Toch noemt hij de keuze van Wakker Dier om zo te hameren op die lage prijs ‘gewaagd’. ‘Want veel consumenten kiezen op prijs, dus steeds benadrukken dat iets spotgoedkoop is, kan ook tegen ons werken. Maar bij de plofkip bevestigde het vooral het gevoel bij mensen dat er iets niet deugde aan die kip.’
Trots, succes
Door de jaren waren er successen te vieren, momenten om trots op te zijn. Hilhorst moet dan meteen denken aan een van de eerste tv-commercials. ‘Daarin zie je stukken kip in supermarktbakjes samenkomen en weer een kip worden. Die won bijna een Gouden Loeki.’
Van Ormondt brengt een prijsactie in herinnering, waarbij een nieuwe naam bedacht moest worden voor de ‘tussenkip’ (tussen ‘plof’ en 1 ster in). ‘We hadden expres alleen een postadres opgegeven om het aantal reacties te beperken, maar we kregen toch nog duizend brieven! Die actie maakte echt wat los. “Flopkip” was de duidelijke winnaar.’
Van de Wouw is het meest trots op het feit dat Wakker Dier volhield. ‘Het is niet makkelijk om jaren achtereen het onderwerp levend te houden. Het vereist creativiteit en doorzettingsvermogen. Het is veel makkelijker om naar een volgend onderwerp te hoppen. Ik ben een aantal jaar elders werkzaam geweest en zag in de tussentijd dat m’n oud-collega’s vol bleven houden. Dat is de kern van het succes: dat bedrijven weten dat ze niet van je af komen door stil te blijven zitten.’
Plofkipjes, spaar ze allemaal
Nu de fastfoodketens nog. Hoe kan het toch dat er zo weinig beweging te zien is bij bijvoorbeeld McDonald’s en KFC? Ondanks campagnes van Wakker Dier zoals de parodie op het Happy Meal ‘Plofkipjes, spaar ze allemaal’ en de ‘Kentucky Fried Plofkip’? Fastfoodketens staan volgens Hilhorst niet echt bekend om hun groene imago. ‘Daar gaat het toch meer om smaak en prijs. Ik denk dat ze daarom minder gemotiveerd zijn om dit soort thema’s op te pakken. Toch denk ik dat zij uiteindelijk mee gaan met deze ontwikkeling. Desnoods met wat extra gegeven “motivatie” van onze kant.’ Volgens Van de Wouw speelt een rol dat beleid en inkoop vaak internationaal aangestuurd worden. ‘Maar ook in andere landen groeit de kritiek op de plofkip en dus wordt ook daar de druk groter.’
What’s next?
Het einde van de plofkip in de supermarkt is een grote overwinning en tegelijkertijd ‘maar’ een tussenstap. Voor 2022 liggen er nieuwe speerpunten klaar. Voor de kipcampagne zijn dat de groothandels en fastfoodketens, zegt Hilhorst. ‘En binnenkort pakken we ook een ander thema op: het welzijn van melkkoeien.’
Daarnaast probeert Wakker Dier ook via de rechter het leven van dieren te verbeteren. Er zijn volgens Van de Wouw best veel goede regels die dieren het recht geven op goede verzorging, bewegingsvrijheid en een leven zonder pijn, stress en angst. ‘De praktijk is echter geheel anders. De regels worden met voeten getreden. De tijd is rijp om daar ook de vinger op de zere plek te leggen.’