Of ik een column wilde maken over de crisis in de eventbranche. Want ja, ik was helemaal de aangewezen persoon voor die column, zo vleide de chief content officer van Adformatie me. Ik kon me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat ik de laatste was in de rij na zes afzeggingen. Maar het was mooi weer, de tennisbanen waren weer open, ik wrijf het er maar even in, dus ik zei ja.
En het klopt, want ik ben de aangewezene. The chosen. En dat is omdat ik jarenlang een rubriek over events heb gemaakt.
Stad en land reisde ik af naar beurzen tentoonstellingen, perscafés, boekpresentaties, congressen, product launches.
God, wat een ellende heb ik moeten doorstaan.
Een avond Marco Borsato in Ahoy. Rookbommen, laserstralen, vuurwerk en – onuitwisbaar angstbeeld – een uitzinnig publiek.
Op uitnodiging van KPN een hele voorstelling van Youp uitgezeten. En na afloop borrelen met de woordvoerders.
Het ergste moest dus nog komen.
Ik heb naast vastgoedbaronnen gezeten, mannen met brede revers en wijd uitstaande ellenbogen, bij de launch van een nieuw culinair concept in Ouderkerk aan de Amstel.
Ik heb Brian Roy een hand gegeven bij de opening van de schoenenzaak van zijn zusje. Aardig zusje. Mijn kinderen liepen samen met Ryan Babel en Giovanni van Bronkhorst het veld op bij Nederland-Albanië.
2-0.
Ik heb Sloveense, Georgische, Turkse, Libanese, Belgische, Engelse wijn geproefd op talloze concoursen.
Ik at worst op de afdeling Duitsland van de vakantiebeurs. Een dieptepuntje.
Ik was bij de opening van het nieuwe haaienaquarium in Blijdorp: hoog in de top drie van things to do in Rotterdam, volgens Tripadvisor.
Ik heb likeur gedronken met 36 kruiden maar zonder alcohol. Dus als iemand nog een flesje wil…
En ik heb in al die jaren van nieuwe producten proeven, geurtjes ruiken en drankjes drinken een intense teringhekel gekregen aan foodbloggers. Waarom weet ik niet, maar haat is een deugd, schreef de grote schrijver Gustave Flaubert al.
Hoe dan ook: de eventbranche kent geen geheimen voor mij.
En toen kwam Zuster Corona. En viel mijn rubriek stil, wat niet geheel toevallig samenhing met het geluid van knarsende remmen in de eventsector. En ik zal het maar bekennen: ik heb er jarenlang te kritisch over geschreven. Rucksichtslos heb ik het werk van goedwillende ondernemers onderuit gehaald, neergesabeld. Als ik ergens was en niet op tijd een glaasje aangereikt kreeg, was ik uit mijn hum, keerde huiswaarts en schreef een moeilijk stukje. Wat ik wilde horen was: ‘Hallo Rocco hoe is het met je, fijn dat je er bent. Zal ik je voorstellen aan onze marketingdirecteur. Hij kan je alles vertellen over onze nieuwe strategie in het zure matten en trekdrop-segment.’
Ik was, kortom, een verwend eventmormel geworden.
Ik heb er spijt van. Door Corona zag ik de gezinnen, de hypotheken, het harde werken achter het event.
Ik zag jonge mannen die een bedrijfje in licht en geluid hadden en met de moed der wanhoop op zoek waren naar alternatief werk voor hun vrienden en collega-kabelsjouwers, mengtafelbedieners, podiumbouwers.
Ik sprak creatieven, strategen, bureaudirecteuren, die in één klap brodeloos waren. Die monden moeten voeden, mensen aan het werk moeten houden.
Werk dat er niet is.
‘Net mijn huis verbouwd, nee, geen buffer inderdaad.’
Ik sprak marketingdirecteuren van grote merken in laten we zeggen de food and beverage, die wegens ingestorte omzet hun budgetten op nul zetten. Je moet wat als 12.000 medewerkers van de buitendienst dáár zitten waar ze nooit zitten.
Binnen.
Anderhalve meter afstand. Zo dichtbij en toch zo eindeloos ver voor eventbedenkers.
Wat een drama. Wat een zomer
Een zomer van lege rabbit holes, naar verschaald bier smachtende Paradiso’s, Melkwegs, ingedutte Doornroosjes, holklinkende musea, bloedeloze Parades, niet geziene Nachtwachten en zonnebloemen.
Alleen Into the to the great wide open kan waarschijnlijk doorgaan.
Het is een slagveld, maar er is geen oorlog. Er is voedselschaarste, noch hongersnood.
Een crisis maakt creatief, zo luidt het cliché.
Hier en daar ontstaan al de eerste oplossingen.
De podiumbouwer wordt aannemer, zo las ik in de krant. Hij verhuurt zijn kabelsjouwers en mengpaneelmannen als elektriciens in de bouw. Podiumafbreker wordt timmerman.
De perspresentatie wordt een online event. Zo bezocht ik onlangs virtueel de perslancering van de nieuwste Van Moof. Om door een ringetje te halen.
Biermerken experimenteren met proeverijen via Zoom. Online congressen worden aarzelend bezocht.
Corona versnelt de onlinisering en de eventbranche gaat ongewild mee. Het is surrogaat. Maar ook met surrogaat valt geld te verdienen.
En het is beter hoop te houden dan de ernst te ontkennen.
Gisteren hoorde ik op Radio 1 een kerkelijk leider klagen over het feit dat de kerken gesloten blijven. Er was, volgens hem geen enkel onderzoek waaruit bleek dat kerkdiensten tot besmetting leidden. Dat noem je goddelijke bewijsvoering. Hier was de Vader de wens van de gedachte.
Kerkdiensten zijn ook events. Zij hebben nog de hulp van boven. Maar ook dat mag niet baten. Zelfs al is de minister van dezelfde partij.
Daarom wens ik de eventbranche goddelijke inspiratie en een bovennatuurlijk uithoudingsvermogen toe.
Hou vol!
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!