Ze hebben hun vingers blauw getikt, de communicatie-experts die op LinkedIn duiding proberen geven aan de gebeurtenissen afgelopen weekend rond het songfestival. Er is behoorlijke unanimiteit in hun oordeel over de EBU: De communicatie rondom het ‘incident’ met Joost Klein heeft ‘louter speculatie, verwarring en onrust in de hand gewerkt’, schrijft Paul Stamsnijder van de Reputatiegroep.
Stamsnijder stelt in een reactie op zaterdag dat de organisatie - op het eerste oog - geoordeeld heeft voordat de feiten bekend waren. ‘Ongetwijfeld met angst als motief. Dat voelt meer dan ongemakkelijk - er is nu geen sprake van vergeving, maar van vergelding.’
Ruimte voor geruchten
Volgens communicatieadviseur Layana Mokoginta, die een uitgebreide tijdlijn van de crisis maakte, had de situatie met Klein nooit buiten de organisatie mogen komen. ‘De EBU had de twee ruziënde partijen aan tafel moeten brengen en het conflict daar moeten oplossen.’
De EBU heeft volgens Mokoginta herhaaldelijk verzuimd duidelijkheid te geven. Daarmee schiep ze ruimte voor geruchten, bijvoorbeeld over een conflict met de Israëlische delegatie dat ten grondslag zou liggen aan de schorsing van Joost Klein. Dit alles zorgde voor politisering van het onbenoemde incident, iets waar de EBU juist zo ver van wilde blijven.
Bovendien dwongen de speculaties de EBU ook weer tot uitleg zoals: ‘We willen graag duidelijk maken dat, in tegenstelling tot sommige berichten in de media en speculaties op sociale media, bij dit incident geen andere artiest of delegatielid betrokken was.’ Opnieuw geeft de EBU dan geen opheldering over wat er wél is gebeurd.
Sociale onhandigheid
Ook is de communicatie ongeloofwaardig, blijkt uit het overzicht van Mokoginta. De EBU annuleert bijvoorbeeld een geplande persconferentie met Zweden en de Big 5 bijvoorbeeld met de reden dat 'de artiesten zich willen concentreren op de repetities'.
Dat past in het beeld dat de EBU communicatie over Joost Klein simpelweg probeert te vermijden. Tekenend daarvoor is de finale op zaterdag zelf, waarin niet wordt gerept of verklaard over zijn diskwalificatie.
Dat ‘don’t mention Joost Klein’ is ook in de sociale-media-inzet van EBU terug te zien. Jhorna Erkens, directeur van communicatiebureau *Bex, valt het op dat op de Instagram-pagina van Eurovision de geplande campagne gewoon doorloopt met leuke, positieve berichtjes over de kandidaten en de presentatoren.
Dat is volgens haar ‘onhandig en ongeloofwaardig’. De toondoofheid van EBU wordt alleen maar versterkt door de comments onder de posts die dan alleen nog maar gaan over de uitsluiting van Joost Klein.
Blinde vlek
Wat de EBU precies wel had moeten zeggen is de vraag nu er nog altijd geen duidelijkheid is over wat er precies is voorgevallen tussen Joost Klein en de cameravrouw van de EBU. Toch is er al iets van te leren, schrijft woordvoerder Roland Kroes, die een parallel trekt tussen de EBU en Ajax.
Kroes: ‘Allebei zijn het organisaties die extreem goed zijn in de communicatie over hun corebusiness. Communicatie, PR en marketing vloeien naadloos in elkaar over. Maar als er iets buiten die corebusiness gebeurt, van aandelentransacties tot dickpics en van politiek beladen deelnames tot wat er met Joost Klein is gebeurd, dan vraagt de omgeving een ander soort communicatie.’
Dat dit niet gebeurt is te wijten aan ‘een blinde vlek die voortkomt uit de aard van de dagelijkse activiteiten van de organisatie’, concludeert Kroes.
Dat is niet zonder consequenties, schrijft Paul Stamsnijder, die verwijst naar de slogan “United by music”. ‘In deze gedachte was het songfestival in goede tijden een viering van openheid, vergeving en blikverruiming. En ja, soms een platform voor allerlei gekkigheid. Als je daden haaks staan op je woorden, is reputatieschade het gevolg.’