Zelden is zo veel geschreven over een failliet bedrijf als over het even bewierookte als betreurde e-fietsenmerk VanMoof. Correctie: uiteindelijk wat meer betreurde dan bewierookte VanMoof.
Maar nog weinig of niets zag ik in al die berichten in kranten, internetmagazines en op Instagram en Twitter langskomen over de naam van het bedrijf, in feite een onmogelijke naam. VanMoof. Spreek je dat uit als VanMoof of als VanMoef?
VanMoof kómt van het Engelse werkwoord move, bewegen, begrijp ik van de oprichters/directeuren van het bedrijf, Taco en Ties Carlier (tja, Carlier of Carljee?). Zij wilden hun bedrijf eerst Moof noemen, lees ik in de Volkskrant van 14 september 2021. ‘Moof is een verhaspeling van het Engelse move’, schrijft de Volkskrant. Er is geen luisterversie van, dus of dat Moof werd uitgesproken als Moef of Moof, weten we niet. Omdat de naam Moof al bestond, besloten de broers hun bedrijf VanMoof te noemen.
Internationale markt
Let wel, VanMoof is vanaf het allereerst begin gericht op niet alleen de Nederlandse markt maar juist de internationale markt. Sterker, de broers kregen het idee voor hun elektrische stadsfiets in New York, vertelt Taco Carlier in een interview met Halve Maen, wat in 2009 tot de oprichting van VanMoof leidde.
En de ‘merkboodschap’ was vanaf dag één, ‘mensen wereldwijd aan het fietsen te krijgen, uit de auto op de fiets’, en ‘vanaf dag één onderscheidden we VanMoof door ons te richten op wereldsteden, niet op Nederland’, lees je in de blog ‘De VanMoof Case’ van ex-VanMoof-marketeer Jasmijn Rijcken.
Dankzij een slimme marketing- en pr-campagne en alle free publicity werd binnen twee jaar de fiets verkocht in 28 landen op ruim 100 verkooppunten, stelt Rijcken.
En ondertussen zijn er officiële VanMoof-Brand Stores te vinden in Amsterdam, Berlijn, Londen, New York, Parijs, San Francisco, Seattle en Tokio.
‘Moevvv, Vamoevvv, VanMoevvv’
Spreken de meeste Nederlandse nieuwssites over VanMoof met lange o, in Engelstalige video’s van het merk wordt het merk consequent met een oe uitgesproken, VanMoef dus. Zoals door deze David in New York, die over zijn VanMoof vertelt in de reclamefilm ‘Rider Stories. Mijn rit van 48 minuten in New York’ op het VanMoof-blog.
En in deze reclamefilm getiteld ‘Hard times for super thieves’ van 26 januari 2022 te zien op de perspagina van VanMoof, spreekt de voice-over de naam aan het eind ook uit met een oe-klank: ‘Moevvv, Vamoevvv, VanMoevvv. You beat me.’ In de Nederlandse ondertiteling: ‘Moof, Vamoof, VanMoof. Je hebt me verslagen’.
In mijn omgeving hoor ik mensen zowel VanMoof als VanMoef zeggen.
En in deze spraakverwarring schuilt een levensgroot gevaar voor een merk.
Op precies dezelfde problemen stuitte Toyota met zijn Prius in de VS, de belangrijkste markt voor de half elektrische Japanse auto. Zeg je Praai-us of zeg je Prie-us? De Amerikaanse marketinggoeroe Seth Godin wijdt in zijn bestseller Unleashing the Ideavirus een flinke passage aan de volgens hem rampzalig gekozen naam. Dat Prius werkte ronduit verkoopbelemmerend, schrijft hij. Want ga maar na. ‘Hoe vertel ik anderen over een auto waar ik enthousiast over ben als ik niet eens weet hoe je zijn naam uitspreekt? Ik wil niet dom overkomen, dus zeg ik de naam gewoon niet.’
Mond-tot-mondreclame
Je mist kortom veel mond-tot-mondreclame, en die is voor elk merk echt onmisbaar.
Er zijn meer van die naamblunders aan te wijzen in de laatste jaren. Dat de Volkswagen ID.3, de opvolger van de Golf maar dan 100 procent elektrisch, niet het succes werd waarop de Duitse autofabrikant hoopte, komt ook door de naam. Hoe spreek je dat ID.3 in vredesnaam uit? Ie Dee punt Drie? Ie Dee Drei? Van de Nederlandse tv-commercial van Volkswagen moet je Aai Die Drie zeggen. Engels-Engels-Nederlands dus. Maar dat doet niemand. De volksmond zegt Ie Dee Drie, we hoorden ook Aai Die Three en IJdíedrie.
Kortom, spraakverwarring alom. ID.3 is een naam als een pitbull: mensen lopen er liever met een boogje omheen.
Om dezelfde reden gingen boekhandelsketen Selexyz en ICT-dienstverlener Qurius failliet. En koopt u een Nissan Qashqai? U kunt hem vast betalen, maar de naam werkt als schrikdraad en houdt u weg van die auto.
In Amerika raden loopbaanadviseurs immigranten met een moeilijke voornaam aan om een korte, eenvoudig uit te spreken roepnaam aan te nemen. Anders word je bij sollicitaties onderop de stapel gelegd, omdat de functionaris van personeelszaken bang is je voornaam verkeerd uit te spreken.
‘U bent toe aan een Daewoo’
Hoe belangrijk een eenduidige merknaam is, bewijst Daewoo. Toen het Zuid-Koreaanse automerk in 1995 op de Nederlandse markt kwam, verzon het Amsterdamse reclamebureau LaMarque de slagzin ‘U bent toe aan een Daewoo’ zodat er over de uitspraak van de toen nog exotische naam geen verwarring kon ontstaan. Het merk won voor zijn reclame in 1997 prompt een Gouden Effie.
Een merknaam als Wodan of Brutus zou nog aantrékkelijker klinken dan VanMoof. En sowieso eenduidiger zijn. En wat het zo kwalijk maakt, is natuurlijk niet al het verbrande geld van de fabrikant, de ontslagen medewerkers en al die arme mensen zoals Katja Schuurman die drieduizend euro aanbetaalden voor zo’n e-bike die ze nu niet geleverd krijgen. Nee, erger is dat die verkeerd gekozen naam ook het klimaat schade doet en de binnenstad van Amsterdam nóg drukker en viezer maakt dan die al was. Want de VanMoof-gedupeerden nemen weer de auto. En de overgang van het rijden in fossiele vervoermiddelen naar elektrisch rijden wordt weer vertraagd, waardoor de CO2-uitstoot de komende jaren juist hoger in plaats van lager uitpakt.
Dus beste broers Taco en Ties Carlier (Carlier of Carljee?), als jullie die anderhalve graad ook serieus nemen, kies dan áls je een doorstart maakt voor iets als Gazelle, Batavus of Sparta. Of iets als Knaap of Veloretti voor mijn part.
Meer van Erwin Wijman lees je in Erwin Magazine.
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!
Maar zo’n artikel verklaart wel waarom het soms zo moeilijk is om serieus genomen te worden als je zegt dat je marketing een leuk vak vindt. Al is het dus wel lachen.
Vergezocht.
Er zijn zat voorbeelden waar een moeilijke naam juist iets mystieks opleverde en die daardoor eigenheid hebben gecreëerd. Denk maar aan Husqvarna.
En hebben we ook niet gewoon geleerd om ‘Citrowén’ te zeggen in plaats van Citroen voor dat automerk. En ‘Peusjoo’ voor Peugeot?
Kijk, in Nederland de zeer uitspreekbare naam Croma gebruiken voor een forse gezinsauto, dát was een misser omdat het de geur had van oma’s braadpan.
En ja, BSUR wordt ook wel eens verbasterd tot besure of zoiets. Prima, als ze door hebben waar het voor staat vergeten ze het nooit meer.
Vergezocht.
Er zijn zat voorbeelden waar een moeilijke naam juist iets mystieks opleverde en die daardoor eigenheid hebben gecreëerd. Denk maar aan Husqvarna.
En hebben we ook niet gewoon geleerd om ‘Citrowén’ te zeggen in plaats van Citroen voor dat automerk. En ‘Peusjoo’ voor Peugeot?
Kijk, in Nederland de zeer uitspreekbare naam Croma gebruiken voor een forse gezinsauto, dát was een misser omdat het de geur had van oma’s braadpan.
En ja, BSUR wordt ook wel eens verbasterd tot besure of zoiets. Prima, als ze door hebben waar het voor staat vergeten ze het nooit meer.