Een half miljoen euro voor de merknaam V&D. In hetzelfde pakket zitten de labels Soho, Liv en SchoolCampus.
Maar het gaat primair om V&D.
Is dat nu veel of weinig, die half miljoen, voor deze historische merknaam? Die vraag is niet te beantwoorden. Elke econoom en ieder ander die zich verdiept in merkwaardering, zal bevestigen dat ‘wat de gek er voor geeft’ at the end een belangrijk deel van de formule is.
Zonder te beweren dat de waardebepaling nattevingerwerk is, want dat is het niet.
Belangrijke factoren
Het geloof in eigen kunnen, enthousiasme en lef bepalen in hoge mate wat de geïnteresseerde ondernemer voor de rechten van een merknaam wil betalen. En ook de omvang van de juridische bescherming en de mate van internationaal gebruik, ook vanuit taalkundig (en dus cultureel) opzicht, zijn belangrijke factoren.
Maar alleen al het feit de V&D iets waard is, toont al aan dat de levenscyclus van de naam groter is dan die van het fysieke product. Bovendien is die waarde meer dan alleen maar een historische waarde, want Kahn gaat de naam nieuw leven inblazen: toekomst geven.
Negatieve associaties
Er zijn stemmen die zeggen dat meneer Kahn maar beter een totaal nieuwe naam had kunnen kiezen, dan een oude naam gebruiken die misschien voor veel geld en tijd eerst ontdaan moet worden van negatieve associaties – en daarmee negatieve waarden – en pas daarna geladen kan worden met nieuw leven.
Dat is nog maar de vraag.
Want er zijn een paar belangrijke waarden waar Kahn goed mee uit de voeten kan: een lange historie en betrouwbaarheid, gecombineerd met tenminste nationale bekendheid. En daar kun je als topondernemer veel mee.
Een half miljoen voor een Phoenix die uit de as herrijst. Het is niet veel.
V&D is dood. Leve V&D.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!