We willen weten wat we eten
Dit stelt stelt Fleur Laros in haar proefschrift, waarop ze 24 maart aanstaande promoveert.
'Ik weet niet wat er in zit en hoe het is geproduceerd.' Zomaar een reactie van een van de honderden consumenten op een vraag van Fleur Laros over genetisch gemodificeerd voedsel. De consument voegde er nog aan toe: 'En daarom moet ik er niets van hebben.'
Vacatures
Accountmanager
SpottaAccountmanager New Business
SpottaExterne communicatie- en mediaspecialist
Vereniging Eigen HuisDe reactie van deze consument is illustratief voor de studies waarop Laros 24 maart promoveert. Zij onderzocht de relatie tussen technologisch nieuwe voedingsproducten en emoties daarbij van Nederlandse consumenten. Biotechnologie- en voedingsproducenten hopen dat hun producten aanslaan, maar consumenten reageren daar op z'n zachts gezegd terughoudend op.
Zo wordt genetisch gemodificeerd voedsel door de meerderheid van consumenten bij voorbaat afgewezen. Hun gezondheid vinden ze belangrijk en ze willen daarom weten hoe het voedsel wordt gemaakt en waar het vandaan komt. Consumenten vertrouwen eerder op hun primaire emoties; vooral degenen met weinig kennis over het nieuwe voedingsproduct.
Laros onderzocht welke emoties de verschillende nieuwe voedingsproducten oproepen. Zij keek naar genetisch gemodificeerde voeding, functionele voeding (zoals Becel proactive en Danone Activia), biologische voeding en de 'gewone' voedselproducten uit de supermarkt.
Uit haar onderzoek blijkt dat Nederlandse consumenten zich angstiger voelen wanneer ze denken aan genetisch gemodificeerde voedselproducten dan aan andere nieuwe producten, zoals functionele voeding. Dit komt in alle lagen van de maatschappij voor. Die angst komt volgens Laros voort uit hun bezorgdheid voor het milieu en hun wantrouwen in technologie.
Functionele voedingsproducten worden door mensen van verschillende leeftijdscategorieën anders gewaardeerd. De twee belangrijkste overwegingen zijn voor de meeste consumenten gezondheid en gemak. Smaak heeft alleen een belangrijke invloed op de aankoopintentie voor consumenten tussen 35 en 44 jaar oud.
Voor de ouderen (57-70 jaar) vond Laros een opmerkelijk verband: als zij gezondheid belangrijk vinden, laten ze functionele voedingsproducten eerder in de schappen staan, hoewel deze producten juist een positieve emotie voor gezondheid zouden moeten oproepen.
Laros concludeert dat producenten dus niet alleen oog moeten hebben voor objectieve risicoanalyses van voedselproducten door experts, maar ook voor de reacties van het publiek. Kennis van emoties is daarom essentieel om reacties op nieuwe voedingsproducten te begrijpen.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid