Niet alle allianties leiden tot een Senseo


Succesvolle voorbeelden als de Senseo lijken volgens hem te illustreren dat interorganisatorische samenwerking niets dan 'goeds' voorbrengt. Allianties zijn dan ook een hype, in bijna iedere sector zie je voorbeelden. Wetenschappelijk onderzoek onderbouwt vaak de positieve kanten van netwerken. Zo toonden onderzoekers al aan dat een netwerk tal van voordelen kan bieden: eenvoudigere toegang tot financieel durfkapitaal, statusverhoging, hogere productiviteit, betere toegang tot kennis en informatie, hogere overlevingskansen en vergroting van het innovatie- en leervermogen van de organisatie.’
Ander onderzoek zegt echter weer dat 50 procent tot 70 procent van de samenwerkingsrelaties als een mislukking kan worden beschouwd door de deelnemers. Netwerkdeelname kan leiden tot zogenaamde 'lock-in' effecten waardoor nieuwe kennis niet doordringt en uittreding uit een bestaand netwerk wordt verhinderd. Ook leidt samenwerking in netwerken vaak tot hoge(re) kosten, hogere onderlinge afhankelijkheden, misdragingen van partners en het ongewild weglekken van intellectuele eigendom. Dit leidt weer tot meer wederzijdse controle wat vaak een negatief effect heeft op de voor innovatie zo broodnodige creativiteit.
Vacatures
Senior Marketeer Partnerships
Nationale Postcode LoterijSenior communicatieadviseur
Gemeente DelftTeamleider Online
AVROTROSOerlemans pleitte in zijn oratie dan ook voor onderzoek waarin de positieve en negatieve effecten van netwerken op een meer evenwichtige wijze worden afgewogen. ’Hierbij moeten bovendien niet alleen zogeheten structuurkenmerken van netwerken zoals centraliteit en dichtheid worden meegewogen. Te vaak wordt uit het oog verloren dat netwerken niet alleen een structuur kennen, maar ook een vehikel zijn waarin de voor innovatie benodigde hulpbronnen stromen. Relationele kenmerken zoals de sterkte van de relatie, vertrouwen en (technologische en geografische) nabijheid beïnvloeden de mate waarin bijvoorbeeld de kennis in een netwerk circuleert.’ Oerlemans wil het liefste een combinatie van de relationele benadering met de veel vaker gebruikte structurele benadering.
Prof.dr. L.A.G. (Leon) Oerlemans (1959) studeerde van 1979 tot 1986 economie in Tilburg. Hij promoveerde in 1996 aan de Technische Universiteit Eindhoven op empirisch onderzoek naar innovatie in industriële netwerken. Na zijn studie werkte hij vier jaar als wetenschappelijk onderzoeker bij het Economisch Instituut Tilburg, vervolgens als universitair (hoofd)docent in Eindhoven (1990-2001) en tussen 2001-2003 als universitair hoofddocent Economie van Innovatie bij de Universiteit Utrecht. Sinds 2003 is hij verbonden aan het Departement Organisatiewetenschappen van de Uinversiteit van Tilburg. Oerlemans is ook buitengewoon hoogleraar 'Economics of Innovation' aan de Universiteit van Pretoria in Zuid-Afrika.
Reacties:
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word lid