Door Betteke van Ruler
We zitten inmiddels al een jaar in coronatijd. Als we het allemaal niet zo zat waren, zou het al bijna routine zijn. Managers, beleidsambtenaren en experts weten de communicatieprofessionals inmiddels goed te vinden en de meeste communicatieteams werken zich een slag in de rondte.
Ik weet het: de beste stuurlui staan aan wal, maar ik vind de communicatie vanuit de overheid niet bevredigend. Dat komt niet door gebrek aan informatie. We worden met informatie doodgegooid. Maar er is te weinig aandacht voor alle andere ingrediënten die met elkaar wel of niet voor verbinding zorgen. En dat is nu juist zo nodig, lees ik terecht in de Handreiking communicatieaanpak corona van de Rijksoverheid van maart 2021.
Bron en ontvanger
Overeenkomst van karakteristieken van bron en ontvanger spelen een grote rol in wel of geen verbinding. Dat zijn: communicatievaardigheden, houding (ten opzichte van zichzelf, de ander en het thema), kennis over het thema, plaats in het sociale systeem, culturele achtergrond. In de Handreiking zie ik hier vrijwel niets over.
Alleen dat de bron (ik praat liever over bron dan over zender, omdat bron refereert aan het feit dat het er altijd om gaat dat een ander iets doet met wat jij laat weten) vaker het ‘waarom’ moet uitleggen. Dat is een erg rationele opvatting en te weinig om een brug te slaan. Ik zie Rutte af en toe een poging doen, met name ten aanzien van houding en plaats, maar verder zie ik er weinig aandacht voor.
Boodschap
Boodschap gaat over wat je uit en hoe je dat uit. Woordkeus, intonatie, stemgeluid, stiltes, melodie in de tekst, stijlfiguren, verbeeldingskracht, zins-of beeldbouw, humor, het speelt allemaal een rol.
(Tekst loopt door onder kadertekst)
Coronacommunicatie, een webinar en Clubhouse-meeting
Deze week op Adformatie verschillende columns over coronacommunicatie. Dit is een aanloop naar het webinar ‘Communiceren in coronatijd’ van Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie van aanstaande maandag 15 maart. Aansluitend houdt Adformatie vanaf 16.00 uur een napraatsessie via een Clubhouse-room met onder anderen Betteke van Ruler, Herman Wiersema (hoofd Communicatie NCTV en Nationaal Kernteam Crisiscommunicatie, NKC) en Robin Middel (Coördinator NKC), Jan Willem Wits (zelfstandig communicatieadviseur Words are Deeds) em Jan Driessen (Q&A Communications) Aanmelden voor het webinar kan hier. Voor de Clubhouse-meeting kun je hier terecht. Zie ook onderaan deze column.
In de persconferenties is het ronduit armoe op dit gebied, en daar niet alleen. Het is allemaal behoorlijk recht-toe-recht-aan, vaak erg somber, niet uitnodigend en saai. In de overheidscommunicatie ligt de focus nogal op de moeilijkheid van de tekst. Dat is zonder meer een conditio sine qua non. Maar begrijpen is iets anders dan in een ‘zone of meaning’ terecht komen met elkaar. Dan moeten andere elementen van boodschap veel meer aandacht krijgen.
Non-verbale communicatie
Alles is communicatief voor een ander, zei de Oostenrijks-Amerikaanse communicatiewetenschapper Paul Watzlawick al. Bij de persconferenties blijf ik kijken naar de neusvleugels van De Jonge. Hij spert ze vaak open. Kenners van lichaamstaal zeggen dat dat wijst op agitatie en vechtmodus. Samen met de (te) vele metaforen en de ingewikkelde zinnen, heeft dit tot gevolg dat ik altijd afdwaal.
Ook de architectuur van de setting die wordt gekozen is communicatief voor ons. De saaie achtergrond bij de persconferentie; de keuze om de informatie voor te lezen van achter een lessenaar, de sobere structuuraanwijzingen in de teksten. Hoeveel meer afstand wil je scheppen?
Medium
Ik concentreer me hier op de persconferentie. Ik snap dat ervoor is gekozen maar het blijft schizofreen. Het is een persconferentie terwijl de meeste toehoorders geen journalisten zijn. Ik kijk wel, maar het is niet voor mij, gewone tv-kijker, bedoeld. Er zijn geen verwijzingen voor mij waar ik het nog eens kan nalezen, er is geen plaatje met overzicht van maatregelen en wel ruimte voor journalisten om vragen te stellen. Hoe moet ik dat nou opvatten?
Bejegening
In de manier waarop iemand communiceert zit altijd een voorstel hoe hij de relatie tussen de participanten in het communicatieproces ziet en dus hoe hij wil dat de ander die ziet.
Dit komt tot uiting in alle voorgaande ingrediënten. ‘Ik maak nu met u een afspraak….’ (oei, dat is behoorlijk passief agressief en daar worden mensen meestal narrig van), ‘wie zich niet houdt aan de regels is een aso…’ (we weten allemaal wie het zei….); in al die opmerkingen zit een bepaalde bejegening en die is erg asymmetrisch, weinig uitnodigend om corona er samen onder te krijgen.
Het lastige is dat het kabinet ons wel kan zien als onderdanen die zich aan regels houden, maar die onderdanen zien zichzelf waarschijnlijk eerder als burger of als consument of opponent.
Anders gezegd: als de perceptie van de relatie niet congruent is, gaat de inhoud in het beste geval verloren maar wordt meestal heel anders verstaan dan bedoeld. Dat leidt tot misverstanden, wrevel en uiteindelijk tot polarisatie.
Bejegening is misschien wel het allerbelangrijkste om verbinding te maken. Bejegening doe je meestal automatisch, je bent je er niet eens van bewust, maar als professionele communicator kun je je dat niet veroorloven.
Reacties:
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!