Stef van Grieken is co-founder en ceo van Cradle, een futuristische startup die zich richt op het programmeren van cellen. Daarvoor werkte hij als software engineer en senior productmanagerbij Google. Eerst in San Francisco, later in Zürich, omdat dat de Europese hoofdstad is op het gebied van machine learning.
‘Ik ben opgegroeid in een heel klein dorp in Midden-Betuwe en daar had ik niet zoveel te doen. Maar we hadden als een van de eersten een internetverbinding, met zo’n dial-up modem. Daardoor was ik al vrij vroeg verknocht aan het internet en heb ik mezelf snel leren programmeren. Op mijn veertiende ging ik websites bouwen en uitvinden hoe webshops werkten.'
‘Geduld is heel belangrijk want je faalt heel vaak. Verder denk ik dat ik een goede copycat ben. Creativiteit is voor mij ook heel veel mensen spreken over wat ze doen. Voor Cradle heb ik meer dan honderd biologen geïnterviewd om wat meer te leren over hun werk. En toen ik werkte op Android Auto (app gekoppeld aan auto-dashboard, WB), ben ik bij alle dealers langsgegaan in Mountain View (waar het hoofdkantoor van Google gevestigd is, WB) om alle infotainmentsystemen te fotograferen. Die heb ik aan mijn muur gehangen en ben ik gaan kijken, wat werkt en wat werkt niet?’
‘Innovatie is een teamsport. Bij Google Research zeiden ze altijd, je hebt t-shaped people nodig. Mensen die heel goed zijn op één specifiek onderwerp, maar die een hele brede interesse hebben om andere domeinen in te willen gaan.’
‘Voor Google Research is t-shaped erg belangrijk naast creativiteit en bescheidenheid. Dat zie ik nu ook in mijn eigen startup. We hebben vijf founders die allemaal op de top of their game zijn. Jelle Prins, de eerste medewerker van Uber is een van de beste designers die ik ken. En we hebben bijvoorbeeld een van de beste researchers die Google had op machine learning. Zo’n groepje mensen trekt meer goeie mensen aan.’
‘Voor mij horen daar twee dingen bij: Nieuwsgierigheid - interesse hebben in anderen en steeds aan jezelf twijfelen. Eén van mijn favoriete quotes is: Keep your ego as small as possible. Want zodra je je met je mening gaat vereenzelvigen, wordt het moeilijk om die mening weer los te laten. Het tweede is: Samenwerken – als je interesse hebt in anderen, dan kun je leren van elkaar en komt er meer uit.’
‘Ik was aardig goed in het schrijven van een scriptie en het doen van research, maar heb nooit academisch geëxcelleerd. Universiteiten leren je hele specifieke dingen, maar ook heel veel niet. Hoe je moet samenwerken, moet communiceren, hoe je iets nieuws opzet. Ik heb daarom best veel naast mijn studie gedaan. Heb bijvoorbeeld fulltime in de universiteitsraad gezeten.’
Ik ben veel te eerlijk voor de politiek
‘Ik wilde de universiteit beter maken. Gelukkig was er in die tijd nog niet zoveel druk om snel te studeren. Heb er ook nog twee jaar filosofie bij gedaan. En een jaar in Brussel gewerkt voor Marietje Schaake, europarlementariër voor D66. Dat was wel een eye opener; ik kwam erachter dat ik veel te eerlijk ben voor de politiek. Ik heb ook een half jaar bij TNO gewerkt, waar ik mijn scriptie schreef. En heb ook nog even een startup gehad.’
‘Ik leerde van al mijn activiteiten rond mijn studie, dat de snelstemanier om dingen te realiseren, het marktmechanisme is. Ik wilde naar een techbedrijf in Silicon Valley omdat ik dacht: als je goed wil leren voetballen, moet je met de beste mensen voetballen. En Google was toen natuurlijk nog erg cool.’
‘Ik dacht in eerste instantie dat ik nooit goed genoeg zou zijn omdat er bij Google allemaal van die Stanford-types werken die cum laude afstuderen. Maar iemand gaf me een tip: vind een manager die jou leuk vindt, dan kom je er wel doorheen. Dus ben ik met een Google-manager gaan praten die zich bezighield met verkiezingsdata, hij raadde mij aan om te gaan solliciteren voor een stage. Uiteindelijk ben ik met mijn hakken over de sloot binnengekomen.’
‘Ik deed het de eerste twee jaar best aardig. Maar ik realiseerde me ook dat de meeste mensen veel beter waren in programmeren. Zeker aan de kant van het harde programmeren.’
‘Klopt. Had als engineer ook heel duidelijk een mening over hoe een product moest werken. Dat vonden de designers niet leuk. Naast de software engineers heb je ook productmanagers die als spin in het web tussen design, de engineer en de gebruiker inzitten. Toen ik productmanager werd, had ik mijn rocket ship gevonden. Mensen hebben het weleens over flow, nou, dit was de jackpot. Mijn les daaruit: als je iets doet dat je niet leuk vindt, moet je snel iets anders gaan doen.’
‘Een hele open, non-hiërarchische, transparante cultuur. Iedereen kan doen wat hij wil, er is niet echt een centrale strategie. Je kunt er ook zelf producten initiëren. Gmail is letterlijk ontworpen door iemand die klaar was met Outlook. Erik Schmidt deelde na iedere board meeting de inhoud ervan met het hele bedrijf. En vrijdag mocht je de directie vragen stellen. Er zijn weinig geheimen binnen Google.’
Nederlanders zijn pessimisten
‘Dat denk ik wel. Al heeft Google ook fouten gemaakt natuurlijk. In ieder geval is het daar makkelijker om klokkenluider te zijn. Ik vond het ook een heel optimistisch bedrijf. Nederlanders zijn definite pessimists. Ideeën worden afgeschoten voordat het wordt uitgeprobeerd.’
‘Je hebt drie dingen nodig voor een startup ecosysteem: toegang tot talent, kapitaal en kennis. Om talent aan te trekken uit het buitenland moet je mensen kunnen belonen. Maar als je in Nederland aandelen krijgt, ga je er belasting over betalen zodra het bedrijf een waardering ophaalt, terwijl deze aandelen dan nog niet verhandelbaar zijn. In de VS ga je pas belasting betalen als je je aandelen verkoopt. En om kapitaal aan te trekken heb je in de VS bijvoorbeeld AngelList, een platform waarbij je gewoon je creditcard kan trekken om te investeren in startups. In Nederland is het superlastig om dat te doen. Je moet bijvoorbeeld langs een notaris, wat een hoop geld kost. Maar ondertussen kan ik wel heel makkelijk crypto kopen.’
‘Veel van de industriepolitiek is gericht op dingen die oud zijn, in leven houden. Bijvoorbeeld het hoofdkantoor van Unilever behouden. Dat we in Nederland een aantal unicorns (een private startup die meer dan één miljard dollar waard is, red.) hebben is ondanks, niet dankzij, het startupklimaat.’
‘We hebben een goed onderwijssysteem, goede infrastructuur, iedereen spreekt Engels. Maar als je het vergelijkt met het Verenigd Koninkrijk, daar wordt tien keer meer geïnvesteerd. En de meeste startups nemen mensen aan, hè, dus het is gewoon goed voor de economie!’
‘Het is in Nederland als startup moeilijk samenwerken met een hoogleraar, omdat hij of zij het intellectueel eigendom van je uitvinding opeist. En als je een spinout doet, vraagt de universiteit te veel aandelen. Als je tussen de 20 en 50 procent van je aandelen meteen al kwijtraakt, dan wordt je bedrijf oninvesteerbaar en haken investeerders af. Om die reden werken wij nu samen met Berkeley in plaats van een Nederlandse universiteit.’
‘Een van de nieuwe opkomende gebieden is synthetische biologie. Een cel is een soort fabriekje. Gist, bijvoorbeeld, zet suikers om in alcohol. De proteïnen in zo’n cel kun je vervangen door ze genetisch te modificeren. Daarmee kun je 60 procent van de dingen die wij maken en consumeren vervangen. Melk bijvoorbeeld. Wat koeien overbodig zou maken. Als je weet dat we 30 procent van ons aardoppervlak gebruiken om dieren te houden, dan draagt synthetische biologie een grote belofte in zich. Maar biologen doen de genetische modificatie nu grotendeels op ervaring en met behulp van trial and error. En dat gaat heel vaak fout. Cradle is eigenlijk een soort Photoshop voor biologen, waarmee ze makkelijker proteïnen en cellen kunnen ontwerpen. En met machine learning proberen we de error te verkleinen. Door de toegankelijkheid van onze software, hopen we dat meer mensen met biologie gaan bouwen.’
‘Jelle Prins en besloten op een gegeven moment iets te gaan bouwen. Maar niet een of andere finance-app of iets met de metaverse. Deze planeet staat in de fik, dus die moeten we eerst fixen. Binnen Google Research deed ik onderzoek naar hele grote taalmodellen, met mensachtige kwaliteiten. Als ik biologen vroeg of ze dit soort modellen wilden gebruiken, gaven ze aan dat ze niet zagen hoe ze zoiets gecompliceerds als machine learning konden toepassen in hun research. Daardoor zag ik dat we ze konden helpen.’
We willen geen eikels aannemen die heel goed zijn, maar waar niet mee te werken valt
‘We hebben een aantal principes opgeschreven. Veel ervan zie je in Silicon Valley, zoals openheid. Verder nemen we graag mensen aan die tinkeren (knutselen, WB). Of mensen die doen, in plaats van praten. Een belangrijke waarde is kindness. We willen geen eikels aannemen die heel goed zijn, maar waar niet mee te werken valt.’
Luister naar het volledige interview met Stef van Grieken via creative-achievers.com of een van de bekende podcastplatforms.