Deze week is Lysbeth Bijlstra, topcreatief vanuit Zuid-Afrika, curator van Random Pic(k) Of The Day For A Week.
Lysbeth over haar week: 'Het begon met de vraag of ik 5 random pic(k)s zou willen aanleveren. Maar na één pic(k) ontstond er al een patroon. Dus zo random zijn ze eigenlijk niet. Of ik nu 5 dagen of 5 weken moet vullen, ik denk dat je al mijn pic(k)s uiteindelijk het label ‘oorspronkelijk’ kunt geven. Want daar hou ik van. Van rauw. Een beetje zonderling. Eerlijk. Puur. Spontaan. Dichtbij. Kortom: Oorspronkelijk.
Omdat ik in Zuid-Afrika woon, heb ik ervoor gekozen om al mijn pic(k)s uit dit deel van de wereld te laten komen. Vooral ook, omdat - juist hier - de prachtigste dingen uit beperkte middelen ontstaan en om die reden vaak heel origineel en authentiek zijn.
Als je in het donker dingen wilt fotograferen, die het daglicht niet mogen verdragen.
Als je gehoord wilt worden, maar niet durft te schreeuwen.
Als je decennia lang steeds meer afgesloten raakt van de rest van de wereld.
Als je de zee probeert te horen in een aangespoelde plastic beker.
Als je geen geld hebt, maar wel een levensbedreigend probleem.
Wat doe je dan? Je gaat zitten en denken en kijken en proberen. En met de middelen die je hebt, ontstaat er dan vanzelf iets moois, iets unieks, iets relevants, iets onverwachts en in sommige gevallen zelfs iets revolutionairs. Kijk maar.'
Hier haar 5 bijdragen:
1. Billy Monk - Alles is eerlijk
'Wat een held. Als uitsmijter van een hele ranzige nachtclub in Kaapstad, The Catacombs, verdient ‘The Mad Monk’ in de jaren ’60 wat bij als fotograaf. Hij maakt snapshots van de klanten: veelal matrozen en LGBTQI avant lalettre. Er wordt niets anders gedronken dan Klipdrift & Coke: de goedkoopste manier om heel snel heel dronken te worden. Dichterbij de seedy 60s kan je niet komen. De klanten van The Catacombs vertrouwen Billy. Dat voel je. Dat zie je. Billy is één van hen. Hij lijkt het juiste moment bijna achteloos te kunnen vangen. Hij heeft een natuurlijk gevoel voor licht en voor compositie: deze maakt hij in de view finder van zijn Pentax. Geen van zijn foto’s zijn gecropt. Het kan niet gemakkelijk zijn geweest om foto’s in deze donkere club te maken. Van point-and-shoot camera’s met autofocus en ingebouwde flits was toen natuurlijk nog geen sprake.
Billy Monk intrigeert mij al jaren. Zijn aangeboren talent, zijn woeste persoonlijkheid, zijn rauwe portretten. De zware make-up van de gefotografeerde dames (en heren) verbergt niets. Alles is eerlijk. Alles is oprecht. Er ligt ook geen oordeel besloten in Billy’s beelden. Hij exploiteert niet. Er wordt in tepels geknepen en het verbod op interraciale sex wordt openlijk geschonden. Apartheid bestaat niet in The Catacombs. Billy drinkt mee, flirt mee en deelt mee in zowel de decadentie als de tragiek. Dat maakt zijn foto’s zo krachtig.
In 1969 stopt hij met fotograferen. Polaroids worden toen populair, maar daar kan hij niets mee. In 1979 worden zijn contactsheets bij toeval gevonden in een oude studio. (Het is in zekere zin een beetje een vergelijkbaar verhaal als dat van de Amerikaanse Vivian Maier: een ander talent dat - bij leven - nooit ècht het licht zag). In 1982 organiseert (de bekende Zuid-Afrikaanse fotograaf) David Goldblatt een expositie van Billy Monks werk in Johannesburg. Billy probeert een lift daar naartoe te regelen, maar zal zijn foto’s nooit uitvergroot aan de muur zien hangen: hij wordt de avond ervóór tijdens een ruzie doodgeschoten. In een kroeg. Waar anders?'
Trailer van de documentaire 'Billy Monk - Shot in the Dark'
2. Hope Soap - Binnen de kortste keren nam het aantal cholera-gevallen met 70% af
'Enkele jaren geleden gaf ik één van de ‘Illuminating Talks’ die Dinesh Sonak [directeur] van de ADCN organiseerde. Ik vertelde toen over (even heel kort door de bocht) ‘Creativiteit in Afrika’ en hoe de beste creatieve ideeën in - mijn nu ‘homeland’ - Zuid-Afrika vaak uit pure noodzaak worden geboren. Terwijl we in Europa regelmatig eerst een probleem creëren, zodat we er vervolgens een oplossing voor kunnen bedenken.
In Nederland wordt over het algemeen door de overheid goed op je gepast. Zo niet in Zuid-Afrika. Dus als je een probleem hebt, zal je het echt zelf op moeten lossen. Maar dankzij een enorme veerkracht, staan mondhoeken hier vaker omhoog dan omlaag en ontstaat er al snel iets uit niets.
Plato zei het al (in zijn allerbeste Engels): Necessity is the mother of invention.
Eén van de vele voorbeelden, die ik destijds gaf, was Hope Soap. Vanwege de - helaas - opnieuw actuele waarde van dit onderwerp, maak ik het tot één van mijn pic(k)s. Een briljant idee is hoe dan ook tijdloos.
Even buiten Kaapstad, ligt Blikkies Dorp (nomen est omen). Tot voor kort stierven kinderen daar nog steeds aan cholera. Alleen maar door zoiets simpels als handen wassen, kan dit voorkomen worden. Klinkt akelig bekend allemaal… we gaan van het ene C-woord naar het andere. Posters ophangen, folders uitdelen, informatieve praatjes houden op scholen, maar handen wassen ho maar. Totdat iemand op het idee kwam om stukjes zeep te maken met een klein speelgoedje erin. Hoe vaker je je handen wast, hoe sneller je bij het speelgoedje komt. Binnen de kortste keren nam het aantal cholera-gevallen met 70% af.
Okay, vooruit, laat ik nóg een paar voorbeelden geven:
Als je bij de pin-automaat op de Nee-knop drukt als er gevraagd wordt of je een bonnetje wilt, dan worden er van het bespaarde papier lesboeken gemaakt.
Een lege colafles met wat (ahum, Trump heeft hier niets mee te maken) bleekmiddel erin, geeft genoeg licht om binnen je huiswerk te kunnen maken.
Vul je eenzelfde fles met lege chipszakken en ander plastic, dan ontstaat er een eco brick. Die gooi je hier in een speciale flessencontainer en daar zijn inmiddels al heel veel huizen mee gebouwd.
Tja, èchte problemen vragen om èchte oplossingen.'
3. Afrikaans - Hoendervleis krijg ik ervan.
'Als er iets is wat mij iedere dag een glimlach op mijn gezicht brengt, is het de taal Afrikaans. Ik heb zelfs ooit een woordenboek Afrikaans-Afrikaans gekocht, waar ik doorheen bladerde als ik een gemoedsbekakking had.
Tijdens mijn studie Nederlands, leerde ik ‘Middelnederlands’ en ik werd op slag verliefd op de puurheid ervan. Deze oorspronkelijkheid vind je nog steeds terug in het Afrikaans. Waar wij Nederlanders vaak klakkeloos naar woorden uit het Engels grijpen, doen Afrikaners echt moeite om zelf een treffende omschrijving te vinden.
Zo is Pieter Dirk Uys in zijn rol als Evita Bezuidenhout geen travestiet maar een fop dosser, heeft een iPhone geen touch screen, maar een streel paneel, zijn Jack Parow en Die Antwoord geen rappers, maar rym kletsers en gooien wij onze worstjes niet op de barbecue, maar op de braai.
Echter, zo rauw als een taxibus-chauffeur je voor ‘Jou ma se poes!’ uit kan schelden, zo zacht en gevoelig zijn de woorden van dichters zoals Ingrid Jonker en Gert Vlok Nel. Met een hele rauwe ondertoon, dat dan weer wel. Hoendervleis (kippenvel) krijg ik ervan.
Ingrid Jonker:
Ingrid Jonker liep in 1965 de zee bij Drie Anker Baai in. Ze was nog geen 32 jaar. In haar allereerste dichtbundel ‘Ontvlugting’ schrijft ze zelf al: ‘My lyk lê uitgespoel in wier en gras op al die plekke waar ons eenmaal was’.
Haar vader is tijdens de Apartheid in Zuid-Afrika lid van de uiterst conservatieve Nasionale Party en mede verantwoordelijk voor de censuur. Het duurt daarom even voordat haar tweede bundel ‘Rook en Oker’ het licht ziet. Als ze Ingrids vader op de hoogte brengen van haar zelfdoding, antwoordt hij dat ze haar wat hem betreft wel weer terug de zee in mogen gooien.
Een originele geluidsopname van Ingrid, die ‘Korreltjie Niks is my Dood’ voorleest.
Tijdens de opening van het allereerste democratische parlement leest Nelson Mandela het gedicht: ‘Die Kind’ voor (in het Engels).
En in het Afrikaans.
Gert Vlok Nel:
Gert Vlok Nel is ietsje ouder dan ik, loopt ook wel eens de zee in, maar loopt er ook altijd weer uit. Hij zingt veel van zijn gedichten. Onlangs ging ik samen met wat vrienden naar een optreden van hem in de bar van ‘Hangklip Hotel’ in Pringlebaai. Ik had beter alleen kunnen gaan, want heel toegankelijk is Gerts werk niet.
Treffender dan [de Zuid-Afrikaanse dichteres en schrijfster] Antjie Krog kan ik de taal van Gert Vlok Nel eigenlijk niet omschrijven. Het is ‘een metafoor voor oneindige kwetsbaarheid, verlatenheid en hoop – ook al komt het leven als een bijl uit de nacht op je af’.
Documentaire over Gert Vlok Nel - Beautiful in Beaufort Wes.
Optreden van Gert Vlok Nel tijdens het ‘Oppikoppi-festival’.
4. Plastic Ocean: De tragische schoonheid van afval
'Als klein meisje al loopt Thirza Schaap haar zakken vol te stoppen met schelpen, stenen en takjes wanneer ze langs de zee of door het bos loopt. Gaandeweg maken de stenen plaats voor mooi gekleurde stukjes plastic en de takjes worden rietjes. Steeds minder treasure dus en steeds meer trash.
Het is tijdens een verblijf in Zuid-Afrika dat zij met ‘Plastic Ocean' begint. Een project waarmee Thirza aandacht wil vestigen op de vervuiling van de zee en mensen wil aansporen om geen plastic meer te gebruiken. Of op zijn minst een heel stuk minder.
Van alle plastic dat zij op de stranden vindt, creëert zij iedere dag een abstract werk, dat ze vervolgens fotografeert.
Haar kunst is kwetsbaar. Je wordt eerst verleid door de schoonheid ervan om je vervolgens te realiseren welke tragiek er achter de vrolijke kleurtjes en elegante vormen schuilgaat.'
Een korte documentaire over Thirza en haar project Plastic Ocean.
Lees meer over Plastic Ocean op www.plastic-ocean.net.
Volg Thirza op Instagram.
5. African Salad: The Cholesterol Brothers en de mini-me’s
'African Salad vind ik eigenlijk een leukere naam om alle verschillende kleuren en smaken van Zuid-Afrika mee uit te drukken dan het veel gebruikte Rainbow Nation. Helemaal als je door het boek met deze naam bladert, waarin Stan Engelbrecht en Tamsen de Beer allemaal recepten hebben verzameld van de gunstelingkos uit de kombuis van gewone mense…
Wacht even, het gaat hier eigenlijk niet ècht om een kookboek. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn exemplaar de eettafel nooit heeft gehaald en altijd op de koffietafel is blijven liggen. Het is namelijk een superstrak vormgegeven boek, waarvan de inhoud echter heel oorspronkelijk en pretentieloos is.
Aan de hand van recepten wordt duidelijk hoeveel verschillende smaken inwoners Zuid-Afrika heeft. Achter iedere opsomming van ingrediënten en alle instructies gaan hele bijzondere verhalen schuil, die de ware gees van Zuid-Afrika blootleggen.
African Salad viert de eenvoud. Zoals Mrs. Segogoane Masimong uit Thaba ‘Nchu zelfverzekerd over haar gerecht ‘morogo’ (2 aardappelen, 1 ui en een handjevol wilde spinazie) zegt: 'People who eat other things are just trying to be fancy.'
En ik vind het Smiley recept met de schapekop bijvoorbeeld heel leuk (zie hieronder). En vooral ook het feit dat de recepten altijd vol met spelfouten zitten en zulke vage hoeveelheden aangeven, dat ieder gerecht wel op een mislukking uit moet draaien. Dat vind ik erg oorspronkelijk.
Maar als je liever slentert dan bladert, kan je in het weekend voor je ‘African Salad’ ook altijd een bezoek brengen aan Milnerton Market.
Het onvoorspelbare, toevallige en oorspronkelijke vind je daar samen met ongelooflijk veel humor, letterlijk op straat. Het is - met name als reclamemaker - een feest om te zien hoe mensen proberen hun spullen te verkopen met voornamelijk zelfspot.
Zo verdienen twee politiemannen in het weekend wat bij met het verkopen van slap tjips en vetkoek. Hun worstjes noemen ze mini-me’s. Ze noemen zichzelf: The Cholesterol Brothers.
Er liggen inmiddels ontelbare voetstappen van mij. En ik kom er iedere keer weer opgeladen, geïnspireerd en gefascineerd vandaan. Ik zal hier inmiddels wel te lang wonen, want ik vind het leuker dan de kerstetalages in Londen. Laten mijn foto’s verder maar voor zich spreken.'
Komende week is Rogier 'de Reiger' Smalhout, allround creative, regisseur en medeoprichter van hiphopfestival Appelsap, curator van #RPOTDFAW.