Op de oververhitte arbeidsmarkt koppelt Fring werkgevers aan freelancers

Het platform is voor freelancers nog steeds gratis. Fring haalt inkomsten uit bedrijven. Die kunnen een abonnement afsluiten (295 euro per maand) om opdrachten te plaatsen en direct talenten te benaderen. Het recruiten uitbesteden aan het Fring-team kan ook. Gaat een freelancer vervolgens voor het bedrijf aan de slag, dan vangt Fring vijf procent commissie per gewerkt uur. En zo heeft Fring een verdienmodel gekregen dat Van de Bospoort niet opnoemde toen Adformatie hem bij de start van Fring interviewde. Diverse mogelijke verdienmodellen passeerden destijds de revue, waaronder freelancers laten betalen of hopen dat één of meerdere grote partijen de app overeind willen houden. Als de interviewer Van de Bospoort hieraan herinnert, moet hij lachen. ‘De opties die ik toen noemde, waren misschien wat opportunistisch en naïef. Wat ik zie is dat onze eerste klanten gewend zijn om met freelancers te werken. Ze zijn innovatief genoeg. Maar we kwamen ook veel bedrijven tegen die een freelancer zoeken, maar niet zelf willen recruiten. Dus daar kunnen wij ze mee assisteren via slimme software en onze eigen mensen.’

Fring geeft zelf hoog op van zijn vijf procent commissie bij recruitment, zowel vanwege de prijsstelling als vanwege het warme netwerk. Maar, zegt Van Aert: ‘Als je als bedrijf twee keer per jaar een freelancer inhuurt, is een abonnement al goedkoper dan het commissiemodel.’ Zo’n veertig procent van de bedrijven gebruikt het commissiemodel, zestig procent het abonnementenmodel.

De huidige verdienmodellen werken goed, vertelt Van de Bospoort. Veel bedrijven zitten te springen om talent, op vaste maar zeker ook freelance basis. Fring toont (betalende) werkgevers niet alleen freelancers met de juiste kwaliteiten, maar laat ook zien wanneer zij tijd hebben. Freelancers houden zelf hun beschikbaarheid up-to-date en krijgen vervolgens aanbiedingen van bedrijven waar ze al (enigszins) een connectie mee hebben.

Het idee van Fring werkt, zeggen de twee oprichters ook aan de hand van feedback van freelancers. De eerste duizend freelancers wisten ze aan te trekken via hun netwerk. Van Aert: ‘We gaan actief op zoek om freelancers te bereiken in communities. Dat Fring gratis is, zal de drempel om een account aan te maken wel lager maken. Bij een betaalde dienst denkt een freelancer sneller dat hij het niet nodig heeft, of dat nou klopt of niet.’

Ook onderdeel van de groeistrategie was het organiseren van een eerste eigen festival genaamd Freelance Fest. Fring nam het voortouw qua organisatie en financiering en werkte samen met partners Knab, SharePeople en Bright Pensioen om freelancers in verbinding te brengen met andere freelancers én bedrijven. Het festival trok ruim honderd bezoekers en is voor herhaling vatbaar, zeggen de initiatiefnemers.

Tot de jaarwisseling heeft het team van Fring veel geïnvesteerd in het binnenhalen van bedrijven die aan Frings eisen/wensen voldoen. Dat was nodig, zeggen de twee co-founders in koor. Van de Bospoort: ‘Ik wist al dat ik bij freelancers veel oude denkbeelden moest tegenspreken om ze te laten inzien dat een warm netwerk en zichtbaarheid op een platform genoeg zijn om nieuw werk te krijgen. Bij bedrijven merkten we hetzelfde. Ze zijn gewend om recruiten op een bepaalde manier te doen, terwijl wij zeggen: bouw zelf een relatie op met freelancers, zodat je daar in de toekomst sneller mee kunt schakelen. Het ene bedrijf snapt dit snel, waar een ander een blinde vlek heeft. Dan voelt het soms alsof ik in 1980 zonnepanelen aan het verkopen ben.’

Sinds dit jaar sluit het Fring-team geïnteresseerde bedrijven daadwerkelijk aan op het platform. Dat zijn veelal creatieve ondernemingen zoals bureaus en tech scale-ups, maar ook innovatieve afdelingen binnen grote bedrijven. Van de Bospoort: ‘Projectmatig zijn er grote gaten bij veel bedrijven. Maar we laten zeker niet iedereen toe. Ondernemingen moeten een freelance friendly karakter hebben.’ Van Aert, die zich vooral bezighoudt met de groei van Fring, spreekt van (meer dan honderd) early adopters die goed opdrachtgeverschap belangrijk vinden.  

De groei van Fring als platform maakte het voor Van de Bospoort mogelijk om serieuze investeringen te doen. Hij houdt zich fulltime bezig met zijn dienst en verwelkomde Van Aert als compagnon. Het duo werkt samen met – hoe kan het ook anders – freelancers zoals ontwikkelaars, een salesmedewerker, growth marketeer en ontwerper. Van Aert: ‘We willen geen bedrijf worden met heel veel vast personeel. Als we uiteindelijk in de loop van volgend jaar met tien man zijn, kunnen we nog steeds efficiënt werken en lage tarieven hanteren. Dat kan alleen als je een kleine organisatie houdt.’

Al betekent een kleine organisatie ook dat er een backlog is van zaken die Fring nog wil uitvoeren. Bij de start van de dienst viel het de interviewer op dat er voor freelancers een app was, maar geen webversie voor de computer. Drie jaar later is die er nog steeds niet. Hoe komt dat? Van de Bospoort: ‘Ik denk dat er in die tijd drie of vier freelancers expliciet om een webversie gevraagd hebben. We vinden de noodzaak dus niet zo groot en werken eerst aan belangrijkere dingen, maar die webversie komt er natuurlijk wel een keer.’ Van Aert vult aan: ‘De freelancer wil tof werk in zijn of haar broekzak en krijgt via de app of e-mail een melding van een opdrachtgever. Reageren kan direct via de app, dus daarom is er weinig vraag naar een desktopversie.’ Voor bedrijven is er wel een desktopversie ontwikkeld, volgens de makers omdat zij meer schermruimte nodig hebben.

Gevraagd naar de toekomstplannen van Fring antwoordt Van Aert dat het platform ‘nog meer verbinding wil creëren tussen freelancers, meer content wil aanbieden die freelancers voor hun werk nodig hebben en meer werk voor die groep wil regelen.’ En daar werkt zijn team aan. ‘We zijn in gesprek met diverse grote partijen die op Fring komen.’

Van de Bospoort denkt hardop na, kijkt naar Van Aert en zegt: ‘Ik mag er nog niet veel over zeggen, maar er is interesse uit andere landen en sectoren. Maar we moeten ook focussen: de kern sterk neerzetten en groter maken. Met een team van zes is het goed kiezen waar je je tijd en geld aan besteedt. Er blijven wel internationale proefballonnetjes komen, onder andere in Oekraïne en Berlijn, Duitsland.’

Het buitenland lonkt, zegt ook Van Aert. ‘Als de vragen uit het buitenland goed zijn en passen binnen ons netwerk zeggen we ja, maar we moeten ook voorzichtig zijn. Zo zijn we ook benaderd door de gamingindustrie; ook interessant. Er zijn veel kansen te pakken.’