Gisteren hebben jullie aangekondigd dat Postoffice, Good Sounds en Tone of Voice één zijn geworden – jullie heten voortaan Postoffice Amsterdam. Wat is de achterliggende gedachte van deze fusie?
Corné Overbeeke, managing director: ‘Het simpele antwoord is dat wij dachten dat iedereen wel wist dat wij in hetzelfde pand zaten en al veel samenwerkten – maar dat bleek niet het geval. Daarnaast communiceert het natuurlijk makkelijker, je hoeft niet telkens uit te leggen wie wat doet. Zeker internationaal, nu we steeds meer internationale aanvragen binnenkrijgen. Nu is het Postoffice Amsterdam met de afdelingen Visual Effects, Sound & Music en Voice Casting. Maar de belangrijkste reden voor de samensmelting is dat de markt is veranderd; er is steeds meer behoefte aan snelheid en efficiëntie, aan full-service postproductie, en dat bieden wij.’
Jurriaan Balhuizen, Head of Sound & Music en in 2004 oprichter van Good Sounds: ‘Neem een retailer die dagelijks andere tag-ons met een andere prijs nodig heeft: nu tofu in de aanbieding voor maar 2,69! En de volgende dag: vandaag melk voor maar 99 cent! Wij kunnen dat beeld en geluid razendsnel aanpassen. En ik kan bijvoorbeeld bij een editor binnenlopen en vragen of hij het beeld 3 frames opschuift, waardoor het geluid van een deurbel precies goed valt.’
Overbeeke: ‘Wij kunnen dit eigenlijk al sinds 2004, we waren onze tijd in zekere zin vooruit. We hebben het alleen nooit als zodanig gecommuniceerd. Anderen zijn daar slimmer in geweest, wij zijn wat dat betreft misschien wat meer nerds.’
Wat bedoelen jullie precies met ‘we krijgen steeds meer internationale aanvragen binnen’ – in jullie persbericht spreken jullie zelfs van een marktleidende positie. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?
Overbeeke: ‘Postoffice heeft zich in de loop der jaren gespecialiseerd op het gebied van CGI (Computer-generated imagery) characters en animals, maar ook crowds en cars, zoals dat zo mooi heet. Wij kunnen dus heel goed fotorealistische personages, dieren en auto’s in 3D maken. Zeker sinds de commercial met Freek Vonk en de panda voor Reaal en DDB Unlimited staan we op de radar van bureaus uit het buitenland.’
Head of Visual Effects Boyo Frederix, die vers terug is uit Londen waar hij VFX supervisor was bij MPC, haakt in: ‘Wij kunnen 3D-beelden heel snel tot leven wekken dankzij onze in-house ontwikkelde technologie daarvoor.’ Met een twinkeling in z’n ogen: ‘2020 wordt wat dat betreft een heel interessant en belangrijk jaar voor ons, met de Grand Prix in Zandvoort, het EK Voetbal en de Olympische Spelen in Tokio. Wij kunnen inmiddels heel snel stadions met 60.000 unieke toeschouwers genereren. Dat is normaal gesproken heel veel handwerk, maar voor ons niet meer. Wij kunnen met een paar handelingen bijvoorbeeld ook alle logo’s en kleding in het stadion van bijvoorbeeld Ajax in Barcelona veranderen. We gaan de komende tijd zeker een rondje langs alle bureaus maken.’
Hoe kijken jullie naar de (krimpende) reclamemarkt. Welke ontwikkelingen zien jullie?
Frederix: ‘Het klopt dat er minder TVC’s worden gemaakt, maar als je kijkt naar de contentmarkt als geheel: die groeit alleen maar met alle digitale ontwikkelingen. Dat is voor ons alleen maar gunstig, zeker als er ook steeds meer behoefte aan efficiëntie – meer beelden in kortere tijd – is.’
Balhuizen: ‘Ik zie vooral dat grenzen vervagen. Wij zitten dichter op de regisseur en zelfs creatie ten opzichte van vroeger. Terwijl bureaus steeds meer zelf in huis maken. Maar ik vind dat een leuke ontwikkeling, je inspireert elkaar en daagt elkaar uit.’
Frederix: ‘Tegenwoordig kun je op afstand ook heel goed samenwerken met klanten – vroeger moest je dagen wachten op feedback, nu kan dat realtime. Dat is niet alleen leuker, het helpt ook bij het eindresultaat. De kwaliteit gaat ervan omhoog.’
Overbeeke: ‘Het vraagt wel dat je je steeds verder ontwikkelt en specialiseert. Je zal er bovenuit moeten blijven steken, zeker internationaal. Anders word je voorbijgestreefd.’
Balhuizen: ‘Dat geldt ook voor geluid. Zo zijn we hier bijvoorbeeld bezig met 3D-geluidbeleving voor mooie, filmische commercials en voice-modelling, waarbij je iemands stem opneemt en die vervolgens voor alle teksten kunt gebruiken – net zoals je dat met een personage en beeld kunt doen. Maar zo ben ik ook met Tom ter Bogt, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht, naar de psychologische effecten van muziek aan het kijken. Onze industrie is erg visueel ingesteld, er valt op het gebied van muziek en geluid nog veel terrein te winnen.’
Boyo, anderhalf jaar geleden verliet je Postoffice om bij MPC in Londen, het walhalla op het gebied van postproductie, te gaan werken. Waarom ben je teruggekomen?
Frederix: ‘Engeland is met MPC, The Mill en Framestore in mijn vakgebied inderdaad the place to be. Maar behalve dat ik daar supervisor was – ik maakte dus minder zelf – wordt er steeds meer werk verplaatst naar lagelonenlanden als India. Er wordt dus meer gelet op kostenbesparing en minder geïnvesteerd in technologie, om het werk beter te maken.
Daar komt bij dat ik supervisor was op The Seven Worlds-commercial van regisseur Ridley Scott voor Hennessy, dat was een monsterklus. Daarnaast heb ik aan een commercial van Matthijs van Heijningen gewerkt en aan een klus van de DOP van Steven Spielberg. Beter ging het niet worden.’
Om daaraan toe te voegen: ‘En hier zit een team van 10 VFX’ers, die net zo goed zijn, waarbij ikzelf ook nog aan de knoppen zit en met wie ik nieuwe technologie kan ontwikkelen. En ik kan bouwen aan een “nieuw” productiehuis, waarvan ik mede-eigenaar ben. Ik kon mezelf niet veel meer wensen.’
Tot slot, wat gebeurt er met oprichter Ad Rietvelt, die Postoffice in 1986 heeft opgericht en onder andere medeverantwoordelijk is geweest voor Melkunie-serie met Peer Mascini – over VFX avant-la-lettre gesproken?
Overbeeke: ‘Ad blijft aandeelhouder, maar draagt de dagelijkse leiding per 1 januari 2020 formeel aan ons over. Ad blijft meer dan welkom, hij heeft zoveel ervaring – zo’n goed oog en ook een heel goed oor. De overdracht zal wel een beetje organisch gaan.’
Frederix: ‘Wat Ad vooral achterlaat is een cultuur met een focus op het werk zelf. De nadruk ligt hier op craft, op het vakmanschap, maar dan in de huidige tijd of gericht op de toekomst. Wij draaien hier geen lopende band producties, waarbij iemand maandenlang alleen productvisualisaties moet maken. Dat is heel fijn, bijna niemand gaat hier ook weg… (met zelfspot) of komt anders snel terug.’