TNS NIPO: Communicatie overheid voor Europese Grondwet werkt averechts

Van alle Nederlanders zegt nu 36 procent tegen en 18 procent vóór te gaan stemmen bij het referendum van 1 juni aanstaande.
Vergeleken met de peilingen van april en maart blijken de tegenstemmers nu duidelijk de overhand te nemen. In maart gingen voor- en tegenstemmers nog min of meer gelijk op.
In april zei 28 procent tegen te gaan stemmen, nu is dit dus opgelopen naar 36 procent. Dit blijkt uit onderzoek door TNS Nipo in opdracht van RTL Nieuws.

Van alle Nederlanders van achttien jaar en ouder zegt 38 procent zeker te gaan stemmen op 1 juni. Van deze groep zeker-stemmers zal 54 procent tegen en 27 procent voor stemmen.

Als we de 'weet niet'-categorie niet meerekenen, zal tweederde tegen en eenderde voor de Europese Grondwet gaan stemmen.

De aanhang van de regeringspartijen is en blijft voor. De tegenstanders vinden we met name bij potentiële stemmers op de Groep Wilders (73% tegen) en de SP (70% tegen). Ook de aanhang van GroenLinks en PvdA is nu overwegend tegen.

In de motivaties van de tegenstemmers voert de angst voor het inleveren van autonomie door Nederland de boventoon. Men is bang dat de grote landen het voor het zeggen gaan krijgen.

Ook het gebrekkige democratisch gehalte van en rondom de Europese politiek is een belangrijke factor. Eindelijk, zo luidt de opinie - na de invoering van de euro, de uitbreiding van het aantal lidstaten, et cetera - kan men zijn of haar stem laten horen. Het onhandig communiceren van de overheid heeft in de ogen van de burgers een verkeerd signaal afgegeven.
Veertig procent van alle Nederlanders las de samenvatting van de Grondwet - die de overheid huis aan huis verspreidde - geheel of gedeeltelijk.

Nog eens achttien procent las enkele alinea's. In totaal blijkt dus 58 procent de samenvatting in enige mate te hebben gelezen.

De samenvatting heeft de kiezers in sterkere mate naar het 'nee-kamp' geleid dan naar het ja-kamp. Van degenen die de samenvatting geheel of gedeeltelijk lazen, was in april 24 procent voor de Europese Grondwet; na het lezen van de samenvatting is dit gestegen naar 28 procent in mei. Het aandeel tegen-stemmers steeg onder deze groep echter sterker: van 34 procent naar 44 procent.