Tot voorkort verzamelden we gegevens over het mediabereik door vragen te stellen aan een specifiek onderzoekspannel. Pannelleden noteerden wanneer en hoelang ze naar welke radio-/tv-zender of programma hadden gekeken. Hier kleeft alleen wel een nadeel aan. Het stellen van vragen zorgt er automatisch voor dat je ingrijpt in het natuurlijke gedrag van de kijker/luisteraar. Wie zuivere resultaten wil moet eigenlijk zo min mogelijk het gedrag van de kijker/luisteraar beïnvloeden.
Gelukkig leven we in een tijd van onbegrensde digitale mogelijkheden en kunnen we met behulp van Big Datatechnieken bijna alles ‘passief’ meten. Denk bijvoorbeeld aan het meten van internetgebruik. Toch heeft bereiksonderzoek deze technieken voor alsnog niet volledig omarmd. De reden hiervoor is dat big datatechnieken aanzienlijk minder goed scoren in termen van representativiteit en niet altijd even waardevol zijn. Zo geven ‘big data’ oplossingen bijvoorbeeld helemaal geen informatie over individueel kijk- of luistergedrag. Ze geven slechts informatie over het gebruik van apparaten of browsers. Eigenlijk blijft het volkomen onduidelijk of er wel een kijker of luisteraar is. Dit is een belangrijk onderscheid want de identiteit en het gedrag van het publiek is wat belangrijk is voor zowel reclame als contentevaluatie.
Dus moeten we big data in bereiksonderzoek dan maar links laten liggen? Absoluut niet. Het is tijd om anders te gaan denken. Het is niet ‘of-of’, het is ‘en-en’. Laten we vooral het beste van beide methoden combineren. Steekproeven en representatieve panels zullen de kern van bereiksonderzoek blijven vormen. Maar omdat zij hun beperkingen kennen en worstelen met de snel veranderende wereld is het tijd om digitale technologie te omarmen.
Lees alles over de recente ontwikkelingen in mediabereik onderzoek en download hier het paper Passive Simplicity - the future for tv & radio measurement.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!