Tekst en beeld: Wouter Boon
Creative Achievers - Joep Beving werkte jarenlang als strateeg bij MassiveMusic. Totdat een burn-out hem dwong zijn hart te volgen. Dat vertaalde zich in 2015 in het piano-album Solipsism, waarop al gauw een internationale doorbraak volgde.
‘Het is natuurlijk een diep bedroevende situatie voor velen, maar voor mij was het fijn om thuis te zijn met mijn familie. Het was een aangename pauze.’
‘Ja, ik kocht al vroeg een keyboard, maakte liedjes en trad ermee op. Tot mijn dertigste heb ik opgetreden, maar ik zag mezelf nooit als een professioneel muzikant. Ik vond dat ik niet genoeg talent had. Waar ik vandaan kom, de Achterhoek, zie je jezelf niet zo snel als artiest. En daarbij had ik niet echt een rolmodel.’
‘Mijn muziekleraar zei dat ik moest proberen om tot het conservatorium toegelaten te worden. En dat lukte.’
‘Ja, ik had moeite om mijn medestudenten bij te houden en werd heel erg gedwongen mijn techniek te verbeteren, in plaats van beter leren improviseren, wat ik graag wilde leren. En omdat ik gefrustreerd was en heel hard ging oefenen, kreeg ik rsi, waardoor ik ermee moest stoppen. Ik zag het overigens niet als een groot verlies, want mijn studie Bestuurskunde ging goed. Ik dacht: ik haal gewoon mijn universiteitsdiploma en blijf tegelijkertijd muziek maken.’
‘Jazeker. Als ik het conservatorium had afgemaakt had ik niet het lef gehad om de muziek te maken waarmee ik ben doorgebroken. Ik zou het dan te simpel hebben gevonden.’
‘Ik had twee bands en daar had ik niet echt succes mee. We zijn op zoek gegaan naar een commercieel afzetgebied en zo kwamen we bij MassiveMusic uit. Toen zag ik een item op tv waar oprichter Hans Brouwer de kijker meenam in een muziekproject waarop ik dacht: wow, dit is cool, dat wil ik doen. Ik ging met ze praten en ze namen me aan op sales.’
‘Ja, ik geloof het wel, maar voelde me er ook niet helemaal op mijn gemak. Er was dus altijd wel de stress dat ik mijn tijd moest verdelen tussen wat ik daar móest doen en wat ik daar wilde doen. En dat heeft bijgedragen aan een burn-out.’
‘Ja, en die zei tegen me: je moet iets gaan doen waarbij de energie die je erin steekt ook weer terugkomt. Dat werd dus mijn eigen muziek maken.’
‘Muziek maken gaf op dat moment een zeker houvast. En blijkbaar moest er gewoon iets uit. Maar het idee was om slechts een plaat maken voor mijn directe omgeving en dat mijn kinderen later zouden zeggen: dit heeft papa gemaakt. Toen de plaat echter momentum kreeg, realiseerde ik me dat ik de kans had om de sprong in het diepe te wagen.’
‘Ja, het ging vanzelf. Van sommige stukken weet ik geeneens meer dat ik ze schreef. Het was ook nog een muzikale taal waarmee ik niet echt bekend was. Alsof het werk er al was en ik slechts de antenne. Dat voelde als totale vrijheid, omdat je niet meer bezig bent met de mening van anderen. Als je rationele brein niet in de weg zit, die de grenzen bepaalt en alles bekritiseert, dan maak je iets dat oprecht is.’
‘Ja, oorspronkelijke zag ik het meer als een soort Polaroid, een momentopname op vinyl, maar het was natuurlijk niet heel ingewikkeld om de muziek ook op Spotify te zetten. Ik had het geluk dat Spofity Nederland het ook bij Spotify internationaal onder de aandacht bracht. Vervolgens pikte iemand in New York het op die de zeer populaire playlist ‘peaceful piano’ cureert. Toen ontplofte het inderdaad.’
‘Mij maakt het niet zoveel uit. Het hangt ervan af waar je van houdt. Voor sommige is het relaxmuziek, voor anderen is het modern klassiek en voor weer anderen is het New Age. Als ik gedwongen word er iets over te zeggen, dan zeg ik: het is eerder pop dan klassiek, omdat ik de muziek absoluut niet zie in de klassieke traditie.’
‘Ja, ongeveer een jaar nadat ik het op Spotify had gezet. Wat echt bizar was. Ik ging nog wel even door met werken, alleen wat minder; tot het niet meer te combineren viel. Want ik moest niet alleen steeds vaker optreden, maar was ook bezig met het opzetten van een bedrijf.’
‘Ja, ik kende een filmproducent en die had mijn LP meegenomen naar een bar in Berlijn. Toen die plaat daar een keer door de barman gedraaid werd, zat Christian van Deutsche Grammaphon aan de bar en die vroeg: wat is dit?! Daarna wilde hij met me praten. Er waren ook andere labels geïnteresseerd, maar ik ben voornamelijk met hen in zee gegaan op basis van de persoonlijke klik.’
‘Nou, ik was erg afhankelijk van één bepaalde playlist op één bepaald platform. En het is gewoon niet zo handig om op één paard te wedden. Deutsche Grammaphon is een creatieve partner, een distributiepartner en ze zijn via het Universal-netwerk wereldwijd goed vertegenwoordigd.’
‘Het kan natuurlijk geen kwaad om gezien te worden als een serieuze artiest die onder contract staat bij een serieus label. Maar tegelijkertijd roept het ook veel kritiek op, omdat dat label staat voor honderdtwintig jaar aan de beste klassieke muziek, terwijl ik niet echt een klassieke muziekartiest ben. Daar bestaat wel een spanningsveld.’
‘Ik vind het nog steeds spannend. Dit jaar zou ik op optreden op Rock Werchter in een tent met twintigduizend mensen. Dat werd gecanceld vanwege corona. Jammer natuurlijk, maar ik ben ook een beetje blij. De zenuwen worden eigenlijk alleen minder als ik veel shows doe in korte tijd.’
‘Ik hou ervan om voor publiek te spelen – als de ruimte niet té groot is, tenminste – omdat je de energie voelt. Maar ik was daar inderdaad mee bezig om minder te hoeven vliegen. We vroegen ons af of we een live-experience konden brengen zonder dat er mensen fysiek aanwezig hoefden te zijn. We zijn nu bezig met een nieuwe technologie, maar daar kan ik helaas nog niets over zeggen.’
‘Er zitten twee kanten aan. Iedereen weet dat als je een publiek wilt bereiken je jezelf moet presenteren. Het ging mij vooral om de muziek; die moest ik delen. De slimme kant van het verhaal was overigens wel dat ik erbij vertelde hoe hard het ging op Spotify. Zo gaf ik de journalisten met wie ik het deelde een verhaal.’
‘Ten eerste is hij een beetje een filter, maar ook degene die me vorige week appte: “waarom hebben we eigenlijk nog geen t-shirts en linnen tasjes?” Hij begrijpt hoe je deals sluit, maar ook hoe je een merk bouwt. Dat hebben we allebei als achtergrond en dat is erg belangrijk. Vanaf het begin hebben we ook vaak “nee” gezegd; we hebben geen haast. En dat is niet alleen onze achtergrond, maar ook onze leeftijd, denk ik.’
‘Nee, niet verwend; ik moet de inspiratie verdienen. De meeste energie gaat zitten in het creëren van de juiste omstandigheden. Dan is het hopen dat ik weer een goed idee tegenkom. Altijd weer als ik de inspiratie vind, ben ik superblij. Het voelt dan alsof tijd niet bestaat en ik maak me ook nergens meer druk om. Alleen om de dingen die er echt toe doen. Maar om tot die inspiratie te komen, moet je hard werken.’
Bio
Joep Beving (Doetinchem, 1976) studeerde piano aan het Conservatorium van Enschede en Bestuurskunde voordat hij in 2003 bij MassiveMusic ging werken en de muziek schreef bij tal van commercials. In 2015 bracht hij in eigen beheer zijn eerste album Solipsism uit, dat al gauw miljoenen keren werd beluisterd op Spotify. Dit leidde tot een samenwerking met Deutsche Grammaphon en de vervolgalbums Prehension in 2017, Conatus in 2018 en Henosis in 2019.