Zomaar wat schrijven is niet makkelijk. Zelfs niet voor een veel twitteraar als ik. Niet voor merken. En zeker niet voor een vakblad als Adformatie. Toch heilige grond voor mij.
Schrijven voor Adformatie? FTW! Ik slaap niet meer.
Mijn eerste Adformaties vond ik langs de straat. Onze buurvrouw aan de Titiaanstraat 26, had een stapel kranten met gele opdruk, want zo zag de Adfo er uit, klaargezet voor de lorrenboer. Ik nam ze mee naar m’n corpsstudentenkamertje en spelde ze uit. Ik leerde de namen en zoog de lingo op. Las de verhalen over creatieven, bieraccounts en natuurlijk “traffic”, waarvan ik tot 1993 dacht dat het iets met ruime parkeergarages vol sportauto’s te maken had.
Reclame in de jaren 90… dat was het leven. Lekkere wijven. Coole kerels met moeilijke brillen en snorren. Bureaus met ellenlange namen en krulletters. Dat waren tijden. Toen er nog gedronken, geneukt, (niet door mij helaas) en gesnoven werd op bureaus. Naar verluid letterlijk op bureaus. De tijd dat hier nog commercials werden gemaakt, door Nederlanders, die massaal de reclamewereld veroverden. Althans zo herinner ik het me.
Het is me gelukt om me die wondere subcultuur in te vechten, via lichte toelatingsfraude voor de academie in Rotterdam en een stage bij toenmalig reclamehemel FHV/BBDO, waar ik bruut werd gewogen en te licht werd bevonden.
…Het is 2012. Ik word wakker gekrijst door een commercial van Zalando. Het is wel goed. De kop is er nu af. Volgende stukje gaat over de magic van het grote nu. Er is genoeg om over te schrijven. Als ik nog mag van Theo.
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!