Onbekend maakt onbemind. Vanochtend was ik deelnemer aan een denktankbijeenkomst in Den Haag voor het congres Commonline, dat op 29 mei in Zeist wordt gehouden. Aan tafel een groep communicatiemensen die vanuit verschillende invalshoeken bezig zijn met de toepassing van online-media. Er ontspon zich een levendige discussie. En opvallend genoeg: het verschrikkelijke k-woord (jeweetwel, die crisis) viel niet.
Communicatiemensen moeten zelf experimenteren met de nieuwe online media, om ze professioneel goed te kunnen inzetten. Zoals bijvoorbeeld Twitter. Hmm, ik heb het wel gedemonstreerd gezien, maar eigenlijk zelf nooit gebruikt: is het niet vreselijk vermoeiend om constant te moeten melden waar je bent, en wat gaat dat anderen eigenlijk aan? Al pratend realiseerde ik me dat mijn mening eigenlijk slecht doordacht totstand was gekomen. Want je kan natuurlijk ook maar twee, drie keer per week twitteren als je op een interessante plek bent. En het biedt ook wel weer aanknopingspunten om bekenden tegen te komen op de plaats waar je bent, of kennis te delen over die plek. En soms kan je zelf als eerste melding doen van het neerstorten van een vliegtuig. Opeens zie ik mogelijkheden voor een ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie waar ik voor werk: de mensen die op reis zijn kunnen zo contact leggen met het hoofdkantoor en andere collega's weten waar je bent.
Wordt er eigenlijk al getwitterd binnen nederlandse organisaties, heeft iemand daar al voorbeelden van gezien?
Plaats als eerste een reactie
Ook een reactie plaatsen? Word lid van Adformatie!